Tweede Amstelrally werd onvergetelijk gebeuren PERSONEELSORGAAN VAN DE AMSTEL BROUWERIJ N.V. Volgend jaar nog meer deelnemers aan de start De jeugd HET SPONGAT NUMMER 71 - 26 OKTOBER 1967 De tweede Puzzelrit van de brouwerij in Amsterdam is een geweldig succes geworden. Daarover is iedereen het wel eens. Wat zich zaterdag 7 oktober in en om de brouwerij en vooral in het puz- zelgebied van de Beemster heeft afge speeld, zal voor wie het niet heeft mee gemaakt nauwelijks te geloven zijn. Immers een zó omvangrijk evenement wordt door iedereen weer anders be leefd. Daarom op deze plaats zomaar een paar notities van équipe 16, die buiten mededinging meedeed, wat naar achteraf bleek, maar goed was ook, om dat het aantal missers zich in strafpun- ten nauwelijks laat uitdrukken. Ir. R. van Marwijk Kooy reikte aan de rallywinnaars J. P. TeunisseH. G. Bander (met bekeren hun echtgenotes de prijzen uit. De heren van het Be drijfsbureau hadden slechts 164 straf- punten. Op de achtergrond de heren H. A. Hesse en G. Struiksma. Het begon al direct bij de start, omdat de 'zestien' niet nauwkeurig het in schrijvingspapier had gelezen en dus zonder stukje carton en tube velpon aankwam. Goed lezen is het halve werk, merkte de heer Struiksma na afloop bij de prijsuitreiking op, en dat had ook betrekking op het 'droogrijden' in de kantine, wat de eerste en meteen ook maar de lastigste opgave was. Er zaten meer adders onder het gras, dan in de hele Beemster schuil kunnen gaan en dus waren er van de 39 équipes maar twee, die zonder strafpunten naar Landsmeer vertrokken. Bij café 'De Drie Zwanen' meldden zich al heel wat 'domme ganzen', die waren doorgereden naar Ilpendam, daar de pont moesten nemen (omdat een schrandere pontbaas er voor meer dan drie stuivers handel in zag) en daar door de prijzen-boot misten. Vóórdat de eigenlijke rally begon, lag het hele veld al flink door elkaar, wat de nodige verwarring teweeg bracht. Groot waren de problemen, althans voor de 'zestien', nabij de Gesina Hoeve, die totaal on vindbaar was, in tegenstelling tot de (Vervolg op pagina 2) in en buiten het bedrijfsleven geniet nog steeds de warme belangstelling van Overheid, bedrijfsleven en vanzelfspre kend van de jeugdbeweging. In dit verband willen wij wijzen op het in december 1966 verschenen C.O.W. E.R.-rapport (Commissie tot onderzoek van een wettelijke regeling voor de sub sidiëring van de jeugdvorming). Deze in 1964 door de toenmalige staatssecretaris van O. K. en W. in het leven geroepen commissie had de opdracht een advies te geven over de mogelijkheid van een wettelijke regeling, die de voorzieningen voor de jeugd in de vrije tijd beter zou kunnen dienen. Op heldere wijze zet de commissie in haar rapport uiteen, dat het huidige systeem van werken ver ouderd is en dat daarom gestreefd dient te worden naar een nationaal plan voor jeugdservice. Dat dit allemaal nog niet zo snel gerealiseerd kan worden, be grijpt een ieder die weet, hoe moeilijk het is prioriteiten te stellen, wanneer het gaat om het geld van de Neder landse belastingsbetalers. Enkele jaren geleden, in 1964, ver scheen eveneens van een staatscommis sie een uitstekend rapport dat tot titel had 'Persoonsvorming Bedrijfsjeugd'. In dit geschrift werden vele aanbevelin gen gedaan met betrekking tot de bege leiding van de jongeren in het bedrijf, het leerlingstelsel en de vorming van be drijfsjeugd. Het is vooral met het oog op de begeleiding, dat in januari van dit jaar door de staatsecretaris een ge spreksgroep in het leven werd geroepen. Deze groep zal een advies moeten uit brengen over een jongerenstatuut voor het Nederlandse bedrijfsleven. Onder een jongerenstatuut wordt verstaan een regeling waarin de rechten en plichten van jongeren in het bedrijf en de speciale voorzieningen die door de onderneming ten behoeve van deze jongeren worden genomen, zijn vastge legd. Hierbij zal stellig aandacht wor den besteed aan het probleem van op leiding en conjunctuur. De huidige jeugdwerkeloosheid heeft doen inzien, dat evenmin als bij een normale dag school, het leerlingstelsel afhankelijk mag zijn van de economische gang van zaken in het bedrijfsleven. Ongeveer op hetzelfde tijdstip werd de commissie Lievegoed geïnstalleerd die de minister van Onderwijs moet advise ren omtrent de partiële leer- en vor mingsplicht van jeugdigen. (Lees verder pagina 2) 1

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1967 | | pagina 1