amsteÏN Herinneringen aan de vroegere Mauritskade Ingezonden AMSTEL W. G. BREYAEN AARDIG IDEE DIT tS DE MAN DIT IS Z'M BIER 25 jaar in dienst brouwerij Vergadering van reisvereniging DIT IS DE MAM DIT IS Z'H BIER 4 In de week na Pasen waren een dertig tal leerlingen van de vierde klas HBS en de vijfde klas Gymnasium te gast in onze brouwerij voor een cursus, die uit ging van het Contactcentrum Bedrijfs leven-Onderwijs. Tussen de vele reacties die wij na afloop daarvan ontvingen, was er één van een vader, wiens dochter de cursus had meegemaakt. Wij laten daaruit graag enkele passages volgen, vooral ook omdat zij een aardig beeld geven van de situatie op en rond de brouwerij in vroeger jaren. 'Bierviltjes hebben van oudsher een ge weldige aantrekkingskracht op de café bezoeker. Bij tientallen spelletjes worden ze gebruikt en ze zijn vaak een gretig speelgoed in handen van de-tijd-doden- de gasten. Het nieuwe, rechthoekige viltje van Amstel biedt ongekende moge lijkhedenDat schreven we in het laatste nummer van Amstel Proost, dat dezer dagen is verschenen. Het deed ons daarom deugd in het Dagblad voor Noord-Limburg van zaterdag 22 april j.l. op de varia-pagina onderstaand stuk te zien, dat duidelijk illustreert hoe ver men met dit spelelement kan gaan. Blerickse Sef, die aan de tooa een bron van inspiratie aevonden heeft, confronteert ons vandaar met 't voorstel, om dit bierviltje Maar met alle respect voor zijn betoog aan de toog over de toog vrezen wij tog dat het wel weer vechten tegen de bierkaai zal worden. Mijne Heren, Het is mij een behoefte uw directie har telijk dank te zeggen voor de aan mijn dochter geboden gelegenheid, in de af gelopen Paasvakantie enkele dagen bij uw bedrijf de gast te mogen zijn. Niet slechts wil ik u danken voor de vele moeite en zorgen, die uw bedrijf zich heeft willen getroosten, maar tevens ook voor de keuze van een bezoek aan het Theater Carré. Mijn dankwoord zou echter niet volledig zijn, als ik u de op mij zeer bijzondere en persoonlijke in drukken, die ik van uw bedrijf heb, zou onthouden. Als Amsterdamse jongen en wonende in Amsterdam-Oost, bezocht ik de 3e H.B.S. aan de Mauritskade, welke school toen gelegen was aan uw brouwerijstraat. De leerlingen van deze school hadden ook toen al belangstelling voor uw be drijf, zonder dat het hen echter was toegestaan één voet op het fabriekster rein te mogen zetten. Dit verbod kwam echter niet van de toenmalige bedrijfs leiding van uw brouwerij, maar wel van de zijde van de toenmalige H.B.S.-direc teur, die op grond van zijn politieke overtuiging een uitgesproken anti-alco holman was. Met veel belangstelling keek ik zo af en toe in de grote paardestal van de N.V. Van Gend en Loos, welke stal ik heb zien slopen, om plaats te maken voor uw hoofdkantoor. In die tijd werden uw paarden gestald in een stalgebouw, welk gebouw stond aan de Mauritskade, maar dan tegenover de 5-jarige H.B.S. In deze stallen was het, dat de Van Gend en Loos-paarden tijdelijk onderdak kregen, alvorens de bouw van het nieuwe stal gebouw gereed was gekomen. Met bijzondere belangstelling sloeg ik altijd acht op het storten van dampende bostel in een in de Mauritskade gelegen dekschuit en in gedachten maakte ik al grote zeereizen bij het zien van de vele vaten bier en mooie nieuwe kisten, waar van de inhoud wel uit bier zal hebben bestaan, bestemd voor de zeeschepen. Met een zeker ontzag keek ik altijd naar uw accu-auto's met massieve banden, terwijl ook de bouw van een grote transport-laadbrug over de weg van de Mauritskade niet naliet indruk te maken. Een indrukwekkende vertoning was het altijd, als enkele brouwersknechten, enorme ledige vaten verrolden over de openbare weg, vanuit de brouwerijstraat naar de Andreas Bonstraat, waar in een gebouw eens een vat scheurde, zodat de laatstgenoemde straat op een kleine bier vijver ging lijken. Waren bovenstaande herinneringen slechts prettig, er was ook een onaan gename herinnering. Een half-regiment Vrijdag 19 mei 's middags om half vijf zal in de Gijsbreghtkelder de huldiging plaatsvinden van de heer W. G. Breyaen, die op 20 mei 1942 in dienst trad bij de Amstelbrouwerij. De heer Breyaen, die dus zijn 25-jarig jubileum viert, begon zijn werkzaamheden destijds in de kui perij. Achtereenvolgens werkte hij in het laboratorium, op de expeditie, in de mouterij en de laatste 17 jaar in de leg- r kelder. Velen zullen de jubilaris met dit heugelijke feit willen gelukwensen. Huzaren in Amsterdam aanwezig voor de één of andere koninklijke plechtig heid, bracht enkele uren, in de voormid dag, eens een bezoek aan uw bedrijf. Deze militairen hadden zich echter zo volgetankt, dat velen van hen niet meer in staat waren de kleine afstand van het bedrijf tot de cavalleriekazerne in de Sar- phatistraat, te voet af te leggen. De belangstelling voor uw bedrijf bleek te zijn blijven bestaan, ondanks het feit dat ik toen reeds jaren in Eindhoven woonde. Op grote afstand kon ik name lijk de bouw volgen vanuit de trein, van uw filiaalbedrijf in Helmond. De slagzin „Eerst bouwen, dan brouwen", heeft het bij mij wel goed gedaan. Tot slot zou ik u bekend willen maken met het feit, dat bier in mijn gezin nog een andere taak heeft dan te worden opgedronken, namelijk als een hulpmid del voor mijn vrouw en dochter bij 't wassen van hun haar. Na het wassen en vóór het inrollen van de krullen, wordt het haar nog eens extra natgemaakt met bier. Want, zo zegt men, dan blijven de krullen er beter in. Dit procédé wordt al meer dan een jaar lang gevolgd en kennelijk tot tevredenheid. Tot zover deze briefschrijver, die wij graag van harte danken voor zijn aan trekkelijk verhaal. De Reisvereniging Amstel Brouwerij zal op vrijdag 19 mei 's-avonds om 8 uur in de kantine een laatste bespreking hou den over de zomerreis, die de leden in het weekeinde van 17 en 18 juni naar Königswinter zullen maken. Het bestuur roept alle deelnemers op bij deze ge legenheid aanwezig te zijn. Aangeraden wordt nu reeds paspoorten of toeristen- kaarten te controleren op geldigheid. althans voor de zuidelijke provincies als volgt te kersten

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1967 | | pagina 4