Installatie
O.R. Helmond
Ü3i
PERSONEELSORGAAN VAN DE AMSTEL BROUWERIJ N.V.
AMSTEL
Geen ja-knikkers
IEDER MENS
HET SPONGAT
NUMMER 58-6 APRIL 1967
Op woensdag 15 maart werden in Hel
mond de leden van de op 8 maart
gekozen Ondernemingsraad geïnstal
leerd. Onze technisch-directeur, ir. R.
van Marwijk Kooy, die als voorzitter
van de Raad zal fungeren feliciteerde de
gekozenen met hun eervolle benoeming
en benadrukte het vertrouwen dat hun
collega's in hen hadden gesteld.
Hij memoreerde in het kort de totstand
koming van de Wet op de Onder
nemingsraden. Voordat een Onder
nemingsraad kan worden ingesteld moet
een reglement zijn ontworpen, dat de
goedkeuring moet hebben van een zo
genaamde Bedrijfscommissie, die pari
tair is samengesteld, d.w.z. dat er in
deze commissie evenveel vertegenwoor
digers van de werkgevers als van de
werknemers zitting hebben.
De heer Van Marwijk Kooy sprak zijn
dank uit aan de voorbereidingscommis
sie voor het werk dat zij heeft verricht
bij het totstandkomen van het nieuwe
reglement. Op een desbetreffende vraag
verklaarden alle leden van de Onder
nemingsraad zich accoord met het
nieuwe reglement.
De heer Van Marwijk Kooy vatte in
raad, zo citeerde hij is een orgaan van
de onderneming, voor de onderneming
algemene termen de taak samen waar
voor de leden van de Ondernemings
raad worden gesteld. De Ondernemings-
en uit de onderneming. De Raad moet
gezien worden als een overleg- en voor
lichtingsorgaan waarin een vrije uit
wisseling van gedachten moet kunnen
plaatsvinden. In dat opzicht is er geen
behoefte aan ja-knikkers.
Indien de leden het niet eens zijn met
een te volgen gedragslijn of indien de
opvattingen over een onderwerp sterk
uiteenlopen, moet dat worden uitge
sproken. Tijdens de vergadering dient
naar overeenstemming te worden ge
streefd. Omdat er op het schip slechts
één kapitein kan zijn, zal indien geen
overeenstemming wordt bereikt, de
leiding de knoop moeten doorhakken en
een beslissing nemen.
(vervolg op pagina 2)
De leden van de O.R. Helmond kort na de installatie gefotografeerd met in hun
midden ir. R. van Marwijk Kooy. Op de foto rechts van de heer Van Marwijk
Kooy de heer Broekhuysen en links de heren ir. Drost en Dalmolen.
houdt de grenzen van zijn eigen
gezichtsveld voor de grenzen van de
wereld, heeft de wijsgeer Schopenhauer
eens opgemerkt. Deze uitspraak schoot
ons in gedachten toen wij de herkomst
van de ingezonden ideeën over 1966
aan een nader onderzoek onderwierpen.
Van alle inzendingen troffen wij er pro
centueel maar zeer weinig aan uit de
administatieve en commerciële afde
lingen. Hoewel dit resultaat wel over
eenkomt met de landelijke cijfers, is het
toch nuttig eens na te gaan waar de oor
zaak ligt van de geringere creativiteit
in deze sectoren ten opzichte van de
productiesector. In dit verhand hoort
men veel de opmerking dat de ideeën
uit de administratieve sectoren niet via
het ideeënvat lopen, maar onmiddellijk
door de chef worden ingevoerd. Wij
hopen dat dat erg veel gebeurt. Maar
ook hoort men wel eens beweren dat
het werk in laatstgenoemde sectoren
zich minder voor nieuwe ideeën leent
dan de handenarbeid in technische- en
productie-afdelingen. Dit laatste argu
ment is echter weinig steekhoudend,
dunkt ons. Of er nu met machines, met
formulieren of door middel van ge
sprekken wordt gewerkt, altijd zijn het
mensen die de werkmethode bepalen.
Het verschil zit vermoedelijk meer in
de samenstelling van de problemen. De
moeilijkheden die in de administratieve
en commerciële afdelingen worden
ondervonden zijn veelal vormloos. Als
het voor een bepaalde vertegenwoor
diger niet goed gaat in de verkoop, dan
is het van belang zo'n probleem uiteen
te rafelen om te zien welk onderdeel
van die verkoop de storing oplevert.
Ook in administratief werk dienen pro
blemen zich meestal aan als één groot
geheel en daardoor ziet men er vaak
weinig „gat" in. De vraagstukken in de
uitvoerende technische sector zijn vaak
enkelvoudig en daarom kan de hinder
nis sneller genomen worden. Het is dus
zaak dat mensen die zich bezig moeten
houden met meer samengestelde proble
men zichzelf dwingen deze in stukken
te hakken opdat de eigenlijke hinder
palen duidelijk te voorschijn komen. Is
men eenmaal zo ver dan is het verstan
dig tijd te nemen voor het verzamelen
van de nodige kennis omtrent het be
treffende onderwerp. Het is juist deze
kennis of informatie die maakt dat men
op een andere wijze tegen het probleem
kan aankijken. En dit laatste geeft de
stoot voor een nieuw idee, voor ieder
een, wat de aard van het werk ook
moge zijn.
Attendens