Ruim 900 personeeisieden
bijeen in nieuwe kantine
PERSONEELSORGAAN VAN DE AMSTEL BROUWERIJ N.V.
AMSTEL
HET NIEUWE
i
HET SPONGAT
NUMMER 1 - 12 JANUARI 1967
NIEUWJAARSBIJEENKOMST
Voor de eerste maal, sinds op 3 oktober
van het vorig jaar de nieuwe bedrijfs
kantine in gebruik genomen werd, heeft
men in deze gezellige en sfeervolle
ruimte de nieuwjaarsbijeenkomst gehou
den. Dat was maandag 2 januari, toen
om omstreeks half negen ruim 900 per
soneelsleden van ons bedrijf in Amster
dam, nog aangevuld met een aantal ver
tegenwoordigers en inspecteurs, voor dit
jaarlijks terugkerend gebeuren bijeen
waren. Tot dan toe had men zich moe
ten behelpen met geïmproviseerde ruim
ten, zoals een afgeschermd gedeelte van
de exportbottelarij. De nieuwe kantine
leende zich goed voor dit doel, al was
er misschien minder ruimte voor een
„loopje", teneinde elkaar bij gelegen
heid van de jaarwisseling de hand te
drukken.
Het was mr. E. J. Egberts die namens
de Raad van Bestuur een nieuwjaarstoe
spraak hield, die vanachter de directie
tafel werd aangehoord door de heren P.
Kranenberg, mr. W. P. A. van Voorst
van Beest, dr. G. G. A. Mastenbroek,
drs. A. Miedema, J. A. H. Peters en mr.
J. C. Bossard. De heren lr. R. van Mar
wijk Kooy en mr. J. M. Elink Schuur
man waren wegens verblijf in het bui
tenland verhinderd aanwezig te zijn.
Voordat mr. Egberts een terugblik gaf
op de belangrijkste gebeurtenissen voor
de Amstel Brouwerij in het jaar 1966,
memoreerde hij de drie medewerkers,
die in dat jaar door de dood aan de
Brouwerij waren ontvallen. Dat waren
de heren K. Mens (bottelarij), A. W.
Dielemans (filiaal Rotterdam) en J. J.
Collaris (filiaal Heerlen). Tot hun na
gedachtenis werden enige ogenblikken
stilte in acht genomen.
Vervolgens riep mr. Egberts in de her
innering terug dat de regering per 1
januari 1966 onder meer een verhoging
van de bier-accijns van niet minder dan
16% had doorgevoerd, wat neerkwam
op een prijsverhoging van het bier. Ge
vreesd werd dat dit het bierverbruik on
gunstig zou beïnvloeden. Ook het weer
in de zomer, met de warmte als extra
prikkel voor de omzet, viel tegen. Niet
temin kon de heer Egberts tot zijn vol
doening meedelen dat het bierverbruik
per hoofd van de bevolking opnieuw
was gestegen en wel van 37,2 tot 39,0
liter per jaar. Het verheugde hem dat
ook de Amstel Brouwerij van deze ver
hoging haar deel had gekregen. In dit
verband noemde hij de invoering van
de Fliptopper-sluiting op de 30 cl Pils-
fles, die begin 1966 was ingevoerd, en
(Vervolg op pagina 2)
jaar is zo pril en zo smetteloos wit,
dat wij nog geen stof konden vinden
voor onze veertiendaagse diepzinnige
overpeinzingen.
Wij richten daarom onze blik een 200
jaar terug. In het dagboek van Jacob
Bicker Raye lazen wij wat zich begin
januari 1767 in Amsterdam afspeelde:
„Koo de Slaaf" noemden ze hem en
dien naam had hij daaraan te danken,
dat hij, in zijn jeugd, eenige jaren als
slaaf in Turkije had doorgebracht Maar
sedert dertig jaar was hij nu een voor
naam „speelhuishouder" en dit minder
eerzame beroep had hem heel wat geld
opgeleverd; de twee dochters van „Mon
sieur" Jacobus van Haaften, die op den
Isten Januari overleed, waren dan ook
met zeer ordentelijke mannen getrouwd.
Een strenge winter. „Het is zoo bitter
koud en het vriest zoo sterk, dat, terwijl
ik dit bij een seer groot vuur schrijve,
in een kamer daar den geheelen dag
stark gestookt wordt, my de inkt in de
pen bevriest, schrijft Bicker Raye op 8
januari.
Onder de veroordeelden, die op 14 ja
nuari gegeeseld werden, was ook een
kerel, een oppasser uit een speelhuis in
den Duivelshoek, waar een buitenman
mishandeld was. De kerel kreeg zestig
slagen en daarop het gloeiende zwaard
op zijn rug, maar hij hield zich kranig,
verroerde zich niet en zei „ag nog wee".
Tijdens de operatie was hij zijn pruik
kwijt geraakt en voordat hij het scha
vot verliet, „keerde hij hem weer om en
sey: sagt wat, ik moet eerst mijn pruyk
weer hebben, waarop de Beul de pruyk
opraapte en se hem op den kop sette".
In het Rasphuis, waarin hij voor twaalf
jaar opgeborgen werd, werd hij door
zijn confraters geprezen over zijn stand
vastigheid. Eenige bezoekers (een be
zoek aan het Rasphuis behoorde ook al
tot de publieke vermakelijkheden) vroe
gen hem hoe het met zijn rug ging. Hij
bood ze aan, voor een dubbeltje dat
lichaamsdeel te laten kijken, van welk
aanbod gretig gebruik werd gemaakt.
Het was dan ook wel de moeite waard;
„de rug sag er alleryselijkst uyt".
Toen we dit gelezen hadden, waren we
heel gelukkig het nieuwe jaar te mogen
beginnen in 1967. Voor ons geen be
vriezende pen, geen gloeiend zwaard,
geen bezoek aan het Rasphuis, maar de
pruik, ja die was toch zo gek nog niet.
Attendens
1A
de
as,
os,
jas
Vo
io
es
as
la
el
i)
>r
e