Het bier gaat eruit - snel en efficiënt
2
Een ander hoekje van het expeditiekantoor. Op de voorgrond de heer Th. Wegh
achteraan v.l.n.r. de heren J. W. Sonneborn, G. B. Halenbeek en M. Musch.
(slot van pag. 2)
klanten precies zo worden bediend als
zij het wensen. Het blijft altijd een com
promis met de mogelijkheden.
Boven, in dat gedeeltelijk zwevende kan
toor, kan men als vreemde zich ver
bazen over de vele geluiden: de romme
lende buizenpost, het gieren van de hef
trucks, het brommen van auto motoren,
het rinkelen van flessen en bovenal het
bellen van de telefoons.
De telefoon is hier zo druk bezet, dat
verschillende toestellen een apart num
mer hebben voor intern verkeer, het
andere nummer is namelijk voortdurend
bezet door gesprekken met klanten.
Velen bellen zelf op om bier te bestellen,
maar de expeditie belt - uit serviceover
weging - ook wel zelf op om de bestel
ling te noteren. Vrijdag en dinsdag zijn
de drukste dagen voor de stad.
Het werk is verdeeld tussen stadsbestel-
lingen en die voor de provincie. De be
stelling wordt genoteerd op een lijst en
aan de hand van deze lijst wordt een
afleveringsbon uitgeschreven op een
machine en deze bon vormt de grond
slag voor de mechanische administratie.
Zo'n bon voor de provincie bestaat uit
een orgineel met vijf doorslagen.
M. C. Kamsteeg
Er moet natuurlijk rekening mee worden
gehouden hoe het pand van de klant
(vooral in de provincie) gelegen is in
verband met het kiezen van een wagen;
bij deze klant kan men alleen maar met
een kleine wagen terecht, bij een andere
doet het er niet toe; maar ook: bij de
een kan met pallets worden gewerkt, bij
de andere weer niet; ook de tijden waar
op de stadsklanten hun bier kunnen ont
vangen verschilt; de een wil het niet
voor tienen hebben, de andere niet voor
elven, een derde, die een nachtzaak
heeft, niet voor twee uur.
De heer Beertsen zegt: „Ondanks al
deze wensen en verlangens en ondanks
de kleine ruimte waarop wij moeten
werken, hebben we het altijd aangekund;
vraag niet hoe dat gegaan is, maar het
is altijd gelukt. Wij zijn ook een afdeling
waarop al het werk van een dag op die
zelfde dag af moet, hoeveel het ook is;
wij kunnen en mogen niets laten liggen."
Zo'n vijftien eigen wagens rijden in de
stad en een nagenoeg even groot aantal
bezorgt in de provincie. De wagens ver
voeren soms een veelheid van artikelen
in de laadbak: behalve bier in flessen en
fusten gaan er ook viltjes mee en
glazen en reklamemateriaal. Meubelver-
voer (d.w.z. tafeltjes en stoelen) be
hoort niet meer tot de taak van de expe
ditie sinds er een speciale meubelwagen
rijdt, die onder de afdeling meubelen
ressorteert.
Een ander belangrijk aspect van de
werkzaamheden van het expeditiekan
toor is het invullen van de formulieren
ten behoeve van exportzendingen. Als
men weet dat bijna een kwart van onze
produktie wordt uitgevoerd, zal men be
grijpen dat hier veel werk aan vast zit.
De omvang van dit werk wordt nog ver
groot doordat wij de accijns op het
geëxporteerde bier terugkrijgen alsmede
de invoerrechten op goederen die wij
hebben moeten importeren. Al de hop
die wij gebruiken wordt ingevoerd, als
wij bier uitvoeren zit daar dus ook een
percentage hop in en de invoerrechten
die daar op betaald zijn krijgen wij
terug.
Het zal wel duidelijk zijn dat hiermee
veel papier is gemoeid.
De expeditie zorgt er ook voor dat alle
in te voeren produkten en machines bij
de douane kunnen worden vrijgemaakt.
Alles wat het bedrijf verlaat wordt ge
controleerd en ook alles wat binnen
komt. Een belangrijk onderdeel van de
binnenkomende goederen wordt ge
vormd door de retouremballage. Er is
ook retour bier, waarbij nauwkeurig
wordt afgewogen of dit al dan niet
moet worden vergoed.
Die controle geeft aan acht controleurs
werk; van dezen zijn er vijf doende op
het terrein, drie controleurs hebben hun
taak in de stad, de provincie en de
haven.
Ook is er controle op de rekeningen die
de vervoerders insturen.
De heer Kamsteeg zwaait de scepter op
het terrein, drie controleurs hebben hun
terreinbaas. Hij deelt het werk in, houdt
toezicht op laden en lossen en de netheid
en orde.
De heer Beertsen, die een benijdens
waardige kalmte bezit, draait zich ten
slotte om en wijst achter zich waar de
machinale afdeling gehuisvest is. Hier
werken de dames Bouman en Esselman.
Ze hebben behalve het werk voor de
expeditie ook nog een andere taak na
melijk het bijhouden van een adressen
bestand, dat velehonderden adresplaats
jes telt. Toen u gisteren uw salaris
kreeg was dat verpakt in een envelop,
die bedrukt was met uw naam en adres
-dat is op het expeditiekantoor gedaan.
Ook het adresseren van de enveloppen
voor het Spongat gebeurt hier.
Tegenover de heer Beertsen zit de heer
F. N. Spoor, de souschef. Beiden zijn
achtendertig jaar in dienst. Lange dienst
tijden zijn hier eerder regel dan uitzon
dering.
Het schijnt dus een goed werkklimaat te
zijn, ondanks (of dankzij?) de drukte die
op ons expeditiekantoor heerst.