IV. Both vierde zilveren jubileum 4 De heer W. Both, baas Gistkelder, werd maandag 25 juli in verband met zijn vijf entwintigjarig dienstjubileum in de Gijs- breghtkelder gehuldigd. Nadat de jubilaris, zoals gewoonlijk in een stralend humeur, met zijn vrouw en zoon hadden plaats genomen, sprak ir. Schipper, hoofd van Produktie I. De heer Both had hem eens verteld dat hij als kind vaak tussen de gasten van het café van zijn ouders verkeerde en dat hij daar had geleerd om met mensen ook wel nooit zou komen, daar zijn chefs buitengewoon tevreden over zijn werk zijn. ,,Elk bedrijf rust op een paar mensen en Both is er een van", aldus be sloot ir. Schipper zijn toespraak. De heer Abal Martinez, sprak namens de Spanjaarden uit de afdeling van de heer Both en deed dit tot een ieders ver rassing eerst in het Nederlands, waarna hij doorging in het Spaans. De Spanjaar den waren het erover eens dat „el Senor" Both een goede kameraad was. overhandigde namens de collega's een enveloppe met inhoud. De jubilaris is ook lid van de visclub, reden waarom de voorzitter, de heer De Vries, het woord nam. De heer Both werd zeer gewaardeerd als lid, ofschoon overige hengelaars wel eens vreesden dat de schroef van de boot boven het water zou komen als de jubilaris op de voor plecht zat. De heer De Vries gaf hem een zeehengel; mevrouw Both kreeg een ornament waarin een siervis was ver werkt. De heer Struiksma bracht de gelukwen sen over van de gehele BZB en haalde enkele herinneringen op uit de voetbal- loopbaan van de jubilaris. Slechts een van de vele wedstrijden tegen de marine werd gewonnen en wel dank zij Both die met zijn geweldige lichaam het doel ge ruime tijd had afgesloten. Hij bood een jerrycan benzine aan. De heer Meyer uit het brouwhuis, thans met ziekteverlof, sprak ook nog enige lovende woorden, waarna de heer Fran sen namens het Jubileumfonds een en veloppe overhandigde. Tot slot sprak de heer Van Leeuwen die de door hem opgeschreven overpeinzin gen over Both voorlas, waarbij weer tot uiting kwam hoe zeer men op hem ge steld was. De heer Both dankte een ieder afzonder lijk en maakte daarbij graag gebruik van de hulp van de heer Van Brunschot die zijn woorden, gericht tot de Spanjaarden, vertaalde. De jubilaris met vrouw en zoon. om te gaan. Die kunst had de jubilaris zeker niet verleerd, want daarin excel leerde hij nog steeds. De heer Schipper roemde de bijzondere ijver en toewijding van de heer Both, die zo groot waren dat zij zijn vrouw ongetwijfeld weieens te ver gingen. De jubilaris heeft in zo veel afdelingen gewerkt dat het eenvoudiger is om slechts die te noemen waar hij niet werkzaam is geweest. Het zijn er slechts twee en ir. Schipper meende dat hij daar Tijdens de receptie werd de heer Both deze paling ten geschenke gegeven, waarmee ook Both jr. zeer in zijn schik schijnt te zijn. Vervolgens werd een gelukstelegram voorgelezen van de heer Pelt die niet aanwezig kon zijn. Hierna nam de heer Falkenhagen het woord. Hij wees erop dat een carrière altijd verdeeld kan worden in diverse perioden en dat men deze voor wat be treft de jubilaris kan indelen volgens zijn roepnamen. Deze waren achtereen volgens Wim, Willem en Both. Spreker haalde de Wim-periode op waarin hij met hem in de stal werkzaam was en waar was gebleken dat Wim zeer goed met dieren kon omgaan. De heer Falkenhagen wees erop dat de jubilaris penningmeester van de bazen- club was en tevens belast was met de verzorging van het inwendige van de leden. Dat niemand ooit iets tekort kwam, was wel te zien aan de lijn van Both. Als dank voor het goede beheer van de gelden ontving de penningmees ter een groot spaarvarken. Dit geschenk werd gevolgd door enig gereedschap, een kristallen bierglas op voet en een auto radio. Mevrouw Both werd bedacht met een grote doos bonbons. Namens het kelderpersoneel sprak de heer Th. Jansen, die vol lof was over zijn chef. Vroeger toen zij beiden vaten moesten tillen, nam Both de grootste voor zijn rekening. Kreeg hij een vat niet met zijn armen op de gewenste hoogte, dan sprong zijn buik bij en wa ren er geen moeilijkheden meer. Hij Heel behoedzaam wordt een stalen pijler neergelaten door het gat in de overkap ping van het expeditieterrein. Deze pijler is bedoeld om de brug te ondersteunen die zal gaan leiden van de bottelarij naar het expeditiegebouw dat daar recht te genover is verrezen. Over deze brug zullen in de toekomst de bierkisten ge leid worden. De pijler werd geplaatst op vrijdag 15 juli j.l.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1966 | | pagina 4