Onze eerste lustrum vis
wedstrijd op tl sept. '65
2
De vrolijke vissers vlak voor de terugtocht naar Amsterdam.
De weergoden waren niet met ons. In
regen en koude wind stonden langs de
oever van het Noordhollands Kanaal bij
Ilpendam, plus minus 75 man - waar
onder 2 dames:
le. min of meer te verkleumen in de
regen;
2e. met een hengel geaasd met worm
of deeg te proberen vis uit het
water te halen.
En dit alles ter gelegenheid van onze
vijfde jaarlijkse viswedstrijd.
Kenmerkte zich de gehele zomer van dit
jaar door koude en regen en slechte vis
vangsten, ook deze wedstrijd was, wat
vangst betreft, geen evenement. Met de
behaalde resultaten stak de uitslag zeer
sterk af bij onze vorige wedstrijden, nl.
200 stuks vis. Van onze feestelijke wed
strijd trok de vis zich niets aan; van die
zijde hadden wij dan ook geen mede
werking.
Eventueel zou men geneigd zijn te den
ken, dat - gezien wij deze keer onder
integer politioneel toezicht visten (7
heren van bureau Linnaeusstraat, Am
sterdam Oost verrichtten de controle) -
niemand het risico wilde lopen met dit
politie-team in contact te komen wegens
daden, die niet in overeenstemming
waren met het wedstrijdreglement, zodat
hierdoor de vangsten tot een minimum
beperkt bleven. Achteraf bleken de ken
nismaking en het contact met deze
politiefunctionarissen zeer aangenaam,
zonder dat hier van enige corruptie
sprake kan zijn.
De lunch in café De Tramhalte verliep
vlot en gezellig. De hete soep verkwikte
menigeen en de belegde broodjes vlogen
de door de kou hongerige magen in,
evenals het rondje, dat ons namens
Mr Egberts, die met vacantie was en
helaas niet van de partij kon zijn, werd
aangeboden. Van deze plaats af hiervoor
alsnog een dankbaar: PROSIT!
Na de lunch installeerden wij ons aan
een ander deel van de oever van het
kanaal. Het weer was intussen opge
klaard, maar de nare koude wind bleef
hardnekkig waaien.
Vervolg van pag. 1)
er nog maar dertig van over). Later
werd ook Joh. Kooy's zoon directeur,
maar die kwam jong te overlijden. Daar
op vroeg men zijn vader, die toen nog
in Delft studeerde, de leiding van het
bedrijf op zich te nemen en hij deed het,
nadat hij eerst nog enige tijd op 'n Duit
se brouwschool had gestudeerd. Van
1913 tot 1959 is mijn vader hier direc
teur geweest. Maar het is bepaald niet
zo, dat ik, als lid van de vierde gene
ratie, naar dit bedrijf gehaald ben - ik
kan mij zelfs niet herinneren, dat ik als
kind bij de Amstel gespeeld heb. Het is
allemaal heel anders gegaan."
Ook in deze laatste visperiode beleefden
we niet veel succes en vroeger dan
anders vertrokken de autobussen met
inhoud weer richting Amsterdam,
's Avonds bijeenkomst in de Gijsbreght-
kelder. Om ongeveer half negen werden
de resultaten door de heer Struiksma
bekend gemaakt vergezeld door het uit
reiken van de prijzen.
De eerste prijs was behaald door (al
weer) de heer Bloem met 19 punten; de
tweede prijs was behaald door de heer
de Lang met 16 punten en de derde prijs
met 12 pnt. door de heer Hoogland.
De grootste baarzen (20 cm.) werden
gevangen door de heren Martini en
Hoogland (voornoemd) en de heer Fran
sen (17 cm.).
De heer de Vries (chauffeur) ving de
eerste baars; de heer Rijnbeek de laatste.
De groepsprijs was voor groep D met
48 punten.
Vervolgens ontvingen de enige dames nl.
mevrouw Weers en mevrouw Hollander
na loting ieder een in volume afwijken
de vaas met bloemen. Zij vingen ieder
1 vis.
Hoe sportief was de mededeling van de
heer Van Bremen, dat de vis van 20 cm.,
die hij gevangen had, geen baars maar
een voorn was, waardoor hij uitermate
correct een hem toekomende prijs van
de hand wees. BRAVO!
Het verdere verloop van deze feestavond
Reinhard van Marwijk Kooy werd op
27 december 1924 in De Bilt geboren.
Hij is dus nu ruim 40 jaar („en ze zeg
gen, dat met 40 het leven pas begint,
zodat er eigenlijk maar weinig van te
vertellen valt"). In Zeist ging hij op
school. Nog altijd is hij zijn ouders
dankbaar, dat ze tegen hem zeiden: Ga
jij maar op de fiets heen en weer. „Op
die manier ging ik door weer en wind
en dat is heel wat gezonder dan al dat
gerij van schoolkinderen in bus of auto.
Ik was op een ongelukkige datum ge
boren, midden in het schooljaar, zodat
ik - om niet een jaar te missen - op
mijn vijfde door moeder thuis werd
zal ik U niet uitvoerig uit de doeken
doen. Onder de tonen van de band „The
Metro's" bewogen de danslustigen zich
over de tegelvloer en iedereen amuseerde
zich uitstekend.
Tot ons aller genoegen verscheen plotse
ling Neptunus (de heer H. de Vries) ten
tonele, die ons vanuit zijn onderwater
positie zou hebben gadegeslagen en in
het bijzonder getroffen werd door de
medewerking van mevrouw Struiksma,
die haar echtgenoot zo vaak moet mis
sen voor de uitvoering van zijn organi
serende functie. Als dank hiervoor
overhandigde hij - Neptunus - mevrouw
Struiksma een groot en fraai boeket
bloemen.
Onze dank voor het genotene gaat in de
eerste plaats naar de directie voor alle
medewerking die wij bij deze gelegen
heden steeds ontvangen en in de tweede
plaats naar de leden van het viscomité,
die dit visfestijn weer zo voortreffelijk
mogelijk hebben georganiseerd.
Wat bij het volgende lustrum onder het
motto „HOE LANGER HOE GEK
KER" uit de bus komt, zullen wij dank
baar afwachten. En in de derde plaats
onze dank aan allen, die door hun
geringere of grotere bijdragen deze dag
en avond tot een lustrumfeest hebben
gemaakt, dat kou en nattigheid spoedig
deed vergeten.
Van Vrede
onderwezen en op mijn zesde ineens in
de tweede klas kon komen. Toen ik elf
was, ging ik naar het christelijk lyceum,
waar ik met mijn voorliefde voor reke
nen de afdeling HBS-b koos. Van die
keus heb ik nooit spijt gehad, ofschoon
ik het toch wel eens jammer vind dat
dit soort onderwijs zo weinig ruimte
laat voor dingen die toch óók heel be
langrijk zijn, bijvoorbeeld kunstgeschie
denis en zo. Ik ging al vroeg rechtstreeks
de technische richting in. Op mijn zes
tiende jaar deed ik eindexamen. Graag
was ik ineens naar de Technische Hoge
school in Delft gegaan, maar het was
1941 - midden in de oorlog - en mijn
(Vervolg op pag. 3)