Mr A. BENDERS zeventig jaar
Dankbetuiging
Mr A. Benders, oud-adjunct-directeur en
adviseur van de Raad van Bestuur, heeft
dinsdag 3 augustus zijn zeventigste ver
jaardag gevierd en ter gelegenheid daar
van een receptie geven bij Jan Tabak in
Bussum alwaar vele relaties en vrienden
hem met het bereiken van deze mijlpaal
kwamen gelukwensen.
De heer Benders werd in Culemborg
geboren en voltooide in 1920 zijn
rechtenstudie. Zijn vader was van die
meestertitel niet ondersteboven („Hon
derd in een dozijn") en bood hem aan
eventuele verdere studie in de medi
cijnen te zullen bekostigen. Maar dit
wilde de jonge Benders niet en werd
employé van de Amsterdamse Bank in
Utrecht. Na een jaar wilde hij toch wel
verder studeren, maar nu voelde zijn
vader er niets meer voor en de zoon
ging toen drie heel andere dingen doen:
trouwen, jagen en in Den Bosch wonen.
Bovendien nam hij de notarisstudie ter
hand; was na twee jaar kandidaat
notaris, werd benoemd te Ammerzode
maar ging al spoedig als zodanig naar
Amsterdam. Hier wikkelt hij de zaken
af die verband houden met de boedel
van prof. jhr. Six, die in 1926 was over
leden. Door tussenkomst van jhr. Six
van Hillegom, toen adjunct-directeur
van de Amstel Brouwerij, komt de heer
Benders op 1 januari 1929 in dienst.
Op 8 februari d.a.v. overlijdt de procu
ratiehouder, de heer A. C. Domhof en
de heer Benders wordt met ingang van
1 maart procuratiehouder. In 1941
wordt hij directiesecretaris en in 1947
adjunct-directeur. Hoewel hij in 1956
met pensioen is gegaan, bleef hij adviseur
van de Raad van Bestuur.
De heer en mevrouw Benders recipiëren. Op de foto zijn o.a. te zien de heren
De Korte, Bossard, Elzinga, De Vries Robbé, d'Arnaud Gerkens, Van den Bergh
(beiden van het Preservenbedrijf) en ir Van Marwijk Kooy.
(vervolg van pag. 1)
Egberts eindexamen en datzelfde jaar
begon de studie in wis- en natuurkunde,
die later zou overgaan naar de rechten.
Drie jaar lang bleef hij in het ouderlijk
huis. In die tijd was het namelijk nog
geen usance, dat studenten, wier ouders
in de universiteitsstad woonden, hun
vrijheidsdrang zó botvierden dat zij
ergens anders een kamer huurden.
„Toch is het, voor het gezelligheidsleven,
veel beter een eigen adres te hebben,
want het is altijd vervelend om laat thuis
te komen en te merken dat er op je
gewacht wordt."
In 1930 ging vader Egberts, accountant
bij de Nationale Bankvereniging, met
pensioen naar Oegstgeest, zodat de zoon
toch nog twee jaar op kamers kon zijn:
één jaar in Utrecht en één jaar, samen
met een paar jaargenoten, boven een
café in het naburige Groenekan („Een
bijzonder genoeglijke tijd").
Na het behalen van de meestertitel (in
1932) besloot hij, samen met een van
zijn Groenekanse vrienden, een ad
vocatenkantoor in Amsterdam op te
zetten. Beide jonge juristen vestigden
zich in een nieuwe flat aan de Musschen-
broekstraat met het uitzicht op de Am-
stelbrouwerij. „Dit was het allereerste
contact, ofschoon er van enig verder
contact nog geen sprake kon zijn, met
dit bedrijf. De voornaamste gebouwen
stonden er al, maar het complex had nog
niet de uitbreiding die het tegenwoordig
heeft, 't Was wel een heel eigenaardig
toeval, dat mij zó dicht bij mijn latere
werkkring bracht", vertelt mr Egberts,
„ik had het niet kunnen denken. Ik
had er niet zo'n gemakkelijke tijd. De
advocatuur ging natuurlijk helemaal niet,
het was trouwens te voorzien. Zomaar
een advocatenpraktijk op je eentje be
ginnen is onbegonnen werk. Enkel wat
pro-deo-zaakjes, kleine pleidooien voor
de politierechter en kleine faillisse
menten daar kan niemand van leven.
Het verdediger-zijn in allerlei kleine
affaires beviel mij ook volstrekt niet.
Omdat reeds spoedig mijn vader over
leed en ik dus geheel op eigen benen
moest staan, aanvaardde ik een betrek
king als medewerker van het bestaande
advocatenkantoor van mr Den Hol
lander, die toen al o.m. adviseur van de
Op deze wijze wil ik uitdrukking geven
aan mijn erkentelijkheid voor onder
vonden medeleven en belangstelling op
mijn zeventigste verjaardag.
Ontelbaar velen der vroegere mede
werkers aan de Amstel Brouwerij hebben
op diverse wijzen mij getoond dat het
saamhorigheidsgevoel van vroeger nog
bestaat tussen hen en mij en dat de reeds
vele jaren van scheiding geen verande
ring in die gevoelens hebben gebracht.
Dit heeft mij zeer dankbaar gestemd en
mij verzoend met de wisseling naar de
zeventiger jaren.
Mijn hartelijke dank aan allen die op
enigerlei wijze en in welke vorm ook
hieraan hebben bijgedragen.
Ik moge deze dankbetuiging niet be
ëindigen zonder ook de directie mijn
erkentelijkheid te hebben betuigd voor
alles wat zij deed om het mij aangenaam
te maken.
Met vriendelijke groeten,
Benders
Amstel Brouwerij in drankwetaange
legenheden was. Mr Den Hollander
was gewend iedere woensdag- en zater
dagochtend naar de brouwerij te gaan
om juridische adviezen te geven. Als hij
met vakantie was, moest ik hem ver
vangen. En dat was dan mijn tweede
contact met dit bedrijf."
pen fijne glimlach van ingehouden
pleizier komt op het gezicht van
mr Egberts als hij het vervolg van zijn
loopbaan gaat vertellen.,, Er zou nog
een dere contact komen en dat was wel
het beslissende; een wonderlijke ge
schiedenis. Allereerst dit: die hele advo
catuur begon mij te hinderen.
Mijn voornaamste ervaring van die
tijd was, dat ik vaak meer waardering
voelde voor het standpunt van de tegen
partij dan voor dat van mijn eigen
cliënt. Zoiets kan natuurlijk niet, maar
ik ben altijd geneigd een zaak van twee
kanten te bekijkan en dan een keus
tussen de standpunten te doen om voor
jezelf de zekerheid te hebben dat het
goed is wat je doet. Ik heb behoefte om
te kiezen en niet star vast te houden
aan een voorgeschreven patroon" (zie
daar weer een bevestiging van de eerste
indruk, in het begin van het gesprek
opgedaan). „Ik probeer steeds tot een
werkelijkheid te geraken. Ik voelde
mij hoe langer hoe meer aangetrokken
tot het plaatselijke bedrijfsleven en daar
om solliciteerde ik naar de betrekking
van secretaris van de directie van de
binnenvaartrederij Koppe, waar ik in
1935 in dienst trad. Tot januari 1948
ben ik daar gebleven, nadat ik inmiddels
onderdirecteur was geworden. Maar in
1947 gebeurde er iets heel merkwaardigs.
De rederij verzorgde namelijk het bier-
vervoer voor de Amstel Brouwerij en
(slot op pag. 3)