Nylon knopen In mijn vorig artikeltje heb ik beloofd aan de hand van een tekening te tonen, hoe men een schuifknoop op een lijn kan zetten en hoe men twee lijnen kan kno pen zonder (veel) verlies aan trekkracht. Voor beide knopen hebt u een naald no dig. En dan nu de SCHUIFKNOOP op de manier van de takeling. Men kan het beste de vislijn tussen twee vaste punten spannen. Vervolgens neme men een stukje nylon lijn. De naald legt men tegen de vislijn met het oog rechts. Het bindstukje van links naar rechts win den om de naald én de vislijn én om het scherende einde bindlijn. Na 8, 9 of 10 windingen het bindlijntje (het einde dus dat u nog in de handen hebt) in het oog van de naald steken en deze van rechts naar links trekken (dus langs de vislijn en'oude windingen door). De windingen moeten wel strak om de lijnen en de naald zittenhoudt deze windingen tussen duim en vinger ook vast, nadat u de naald eruit getrokken hebt, anders vallen de windingen over- en doorelkaar. De naald haalt u eraf en legt deze ter zijde. Voorzichtig trekt u de knoop aan door eerst einde B (van het bindlijntje) en daarna A aan te halen, daarbij steeds zorgende, dat de windingen in de juiste volgorde blijven liggen. Bent u zover klaar, dan moet de knoop er uitzien, zo als het laatste voorbeeld toont. Afhankelijk van het strakker of losser aantrekken van de einden A en B zal de knoop zwaarder of lichter over de lijn schuiven. De knoop moet uiteraard niet zo los zitten, dat deze de weerstand van de schuifdobber niet (meer) kan over winnen. In dat geval spring de knoop ogenblikkelijk geheel uit elkaar en kunt u opnieuw beginnen. Twee stukken nylon aan elkaar zetten gaat ongeveer op dezelfde manier. In plaats van een los stukje bindlijn, neemt u nu het einde van de ene lijn, dat u ook om het andere einde en de naald windt. Hier behoeven slechts een paar windingen gebruikt te worden, want bei de knopen tegen elkaar geschoven, trek ken zichzelf nog vaster. Ook hier geldt, dat de windingen precies naast elkaar moeten liggen. Op deze wijze kunt u zelf een goede zee- lijn monteren. U begint b.v. met nylon 50/100, een stuk van circa 10 meter. Dit knoopt u aan een stuk van 10 meter 40/100 of 35/100, vervolgens 30/100 en dan nog lichter naar eigen smaak en in zicht. Als u de knopen goed legt is van weer stand of haken in de lei-ogen van de hen gel praktisch geen sprake; ik althans heb nooit enige hinder van de knopen bij het uitgooien ondervonden. Het dusdanig op bouwen van een zeelijn heeft tot voor deel, dat door het zwaardere 50/100 ny lon (het eerste stuk dus vanaf het lood) u niet zo gauw het lood van de lijn af- slingert en dat de weerstand bij het wer pen minder wordt, naarmate de dunnere gedeelten van de molen vallen. Om zeker te zijn, dat u het leggen van de knopen goed onder de knie hebt, advi seer ik u ook nu weer: oefenen met een stukje van plm. 3 mm dikte, waardoor zeer duidelijk zichtbaar wordt wat ten slotte het eindresultaat moet zijn. Veel succes en tot een volgende keer, waarbij ik u met een tekening zal tonen hoe men in een lijn lussen kan maken (die niet snijden) om zijlijnen aan te be vestigen. Cr. van Vrede 19

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1964 | | pagina 21