H. KROESEN
40 JAAR
IN DIENST
Door bijzondere omstandigheden was de
huldiging van de heer H. Kroesen een
dag vroeger gesteld dan de officiële
datum, namelijk op maandag 17 juni. De
heer Kroesen, die zijn veertigjarige dienst
tijd herdacht, werd tesamen met zijn echt
genote, zijn zoon en zijn schoonmoeder in
de Gijsbreghtkelder ontvangen. Hij is wort-
koeler, een functie die wij in het vorige
nummer hebben toegelicht toen de heer
Mantoua jubileerde.
In zijn toespraak herinnerde ir. Van Mar
wijk Kooy eraan dat de vader van de jubi
laris ook lange tijd, namelijk 31 jaar, bij
de brouwerij had gewerkt. Hij schetste de
heer Kroesen als een ijverig en toegewijd
werker en hoopte op een derde generatie
Kroesen in ons bedrijf. Namens de directie
bood hij een envelop met inhoud aan.
De heer C. A. Schipper van de Gemeente
secretarie bracht het heuglijke bericht, dat
het H.M. de Koningin had behaagd de
heer Kroezen de eremedaille in brons te
verlenen, behorend bij de Orde van Oranje
Nassau.
De chef van de jubilaris, de heer Van der
Maas, vroeg zich af: Wat hebben de men
sen, die zo lang in dienst zijn, gemeen?
Zonder uitzondering zijn het mannen die
geleerd hebben hard en lang te werken
voor idealen, die nu gerealiseerd zijn. Hij
wees op de veranderingen die aan de gang
zijn en wenste de jubilaris een waardig be
sluit van zijn diensttijd toe.
Collega Jansen haalde herinneringen op
o.a. aan de tijd toen er moutpap werd ge
kookt en illegale blaadjes werden rondge
bracht. Hij was ervan overtuigd, dat de
goede verstandhouding zou voortduren en
overhandigde een envelop met inhoud na
mens de mensen van diverse afdelingen.
De heer Binnekade sprak zijn waardering
uit voor de activiteit die de jubilaris vele
jaren had ontwikkeld in het werk van de
vakvereniging en hij bood hem namens het
NVV een kistje sigaren aan.
Nadat ook de heer Fransen had gesproken
en zijn felicitaties had vergezeld doen gaan
van de envelop van het Jubileumfonds,
kreeg de jubilaris zelf het woord. Het
spreken in het openbaar was wel een
moeilijke opgaaf, zoals hij zei, maar
hij bracht toch duidelijk tot uiting dat hij
de bewijzen van vriendschap en collegiali
teit zeer op prijs had gesteld.
2