E. MEIJER
Veertigjarig
jubileum
Jubilaris Meijer en familie.
Veertig jaar bij de brouwerij geen druppel bier gedronken. Dat is een uniek feit, zelfs
als wij in aanmerking nemen dat Ernest Cousins, 97, een Canadees, die in 1889 bij Mon
treal een melkfabriek stichtte, zegt dat hij nog nooit een glas melk heeft gedronken. Want
ook deze man is uniek.
Maar de heer E. Meijer, die 21 maart j.l. zijn veertigjarig dienstjubileum vierde is voor
ons een uniek man.
Ir. Van Marwijk Kooy sprak hem op het
middaguur van die dag toe en releveerde
enige momenten uit het brouwersleven van
de jubilaris. Hij trad als eenentwintigjarige
jongeman in dienst en werd te werk gesteld
op de bottelarij. Eerst zes jaar later zien
we hem in het brouwhuis, waar hij in de
crisisjaren afwisselend gewerkt heeft in ver
band met het verminderde aantal kooksels.
In 1948 werd hij eerste brouwer, hetgeen
hij nu nog is, zij het dan dat hij na een
operatie nu alleen nog dagdienst doet.
Dat hij zich onthield van bierdrinken be-
van de jubilaris: duiven houden en vissen.
Een duivenmand en een molen voor een
hergel kreeg hij ten geschenke en er waren
bloemen voor mevrouw Meijer, die haar
man met beide dochters en schoonzoon ge
zelschap hield. Steeds weer bij een jubileum
merkt men dat de onbevangen gulheid van
de collega's de opmerking logenstraft dat
wij steeds negatief zouden reageren op het
doen en laten van onze collega's. Men gaat
met een lijst rond en er komt geld binnen,
vaak veel geld. Dan gaan de organisatoren
met de echtgenote van de jubilaris praten
zorgde hem al gauw de bijnaam van de
waterbuik en zijn tweede bijnaam kreeg hij
nog niet zo lang geleden toen hij 13 sep
tember 1961 de eerste paal mocht slaan
van de uitbreiding van het brouwhuis. Het
was toen al spoedig: Meijer de heier.
GESCHENKEN
Na het overhandigen van de directie
envelop, kreeg de heer Van der Maas, de
chef van de jubilaris, het woord. Collega
Oostwal vestigde met de geschenken die
hij aanbood extra aandacht op de hobbies
cn dan komen de hartewensen naar voren
en naar die hartewensen behoefde men in
dit geval niet te raden, want zijn duiven-
liefhebberij is alom bekend. Hij beweert
zelfs dat zijn duiven de beste van het land
zijn en laat een ander het tegendeel maar
bewijzen. Overigens zijn er dan weer boze
tongen die beweren dat hij minder goede
resultaten heeft gehad met de duiven van
de Dam, die hij met de zijne zou hebben ge
kruist. Ook hier geldtbewijs dat maar
eens, boze tongen.
De heer Binnekade, die namens het NVV
12