Hot labonatonium lacht
Dr. Ramon Bisque, die les geeft aan de
Mijnschool van Colorado, is wat gemelijk
geworden over al die vreemde namen die
sommige specialisten zich aanmeten hoe
gespecialiseerder de wetenschap wordt des
te vreemder worden de namen. Hij heeft
er nu zelf een paar bedacht, die hij grin
nikend op het publicatiebord heeft geprikt.
Tot iemand ze aan de redactie van een
wetenschappelijk tijdschrift stuurde.
Hier zijn ze:
Hydromicrobiogeochemicus
iemand die kleine waterplantjes bestu
deert en hun relatie tot de rotsachtige
voedingsbodem, daarbij gebruikmakend
van chemische methoden.
Microhydrobio geochemicus
iemand die planten in kleine watertjes
bestudeert en hun relatie tot de rots
achtige voedingsbodem, daarbij gebruik
makend van chemische methoden.
Microbiohydro geochemicus
iemand die kleine waterplantjes bestu
deert en hun rotsachtige voedingsbodem,
daarbij gebruikmakend van chemische
methoden en SCUBA*) uitrusting.
Biohydromicro geochemicus
een heel kleine geochemicus die het ef
fect van het plantenleven op de hydrolo
gie bestudeert.
Hydrobiomicro geochemicus
een heel kleine geochemicus die natte
planten bestudeert.
Biomicrohydro geochemicus
een heel kleine natte geochemicus die
dol is op sla.
SCUBA is samengesteld uit de begin
letters van self-contained underwater
breathing apparatus (op zich zelf staan
de onderwater ademhalingsapparatuur).
Een SCUBAduiker is in Amerika de al
gemene term voor een duiker die met
een zuurstoftank op de rug urenlang
onder water bezig kan blijveneen kik
vorsman noemt men de duikers die bij
de Amerikaanse marine werken; ,,skin
divers" noemt men mensen die voor
hun plezier onder water zwemmen, vaak
zonder zuurstoftank.
GEEN WILD OP DE VELUWE
Neen, er is geen wild meer op de Veluwe.
Dat verzekerde ons een grondig -
lezer van Het Spongat.
Kijk maar, zei hij, u schrijft het zelf. Ja,
het stond er, op pagina 8 van het decem
bernummer: „achter deze ruiten nu waren
alle dieren van de Veluwe in opgezette
toestand te zien".
Daar had moeten staan „diersoorten".
Heus, er zijn nog vele dieren op de Velu
we. Levend, wel te verstaan.
Jacht op een
brouwerijbezoeker
In juni 1850 werd de dictator van Hon
garije, Julius Jakob vrijheer von Haynau
afgezet wegens zijn ontzettende wreedheid.
Hij was in heel Europa berucht en men
noemde hem generaal Hyena.
Toch meende deze man dat hij na zijn af
zetting niets beters kon doen dan wat te
gaan reizen en in september 1850 was hij
in Londen; hij bezocht de Anchor brouwe
rij, waar reeds vele beroemdheden zich
hadden laten rondleiden. Na afloop werd
hem verzocht zijn handtekening in het gas
tenboek te zetten, maar de inkt was nog
niet droog of de beambten van de brouwe
rij weken ontzet terug toen ze bemerkten
wie ze in hun midden hadden.
„Het was in minder dan twee minuten in
de hele brouwerij bekend", schreef The
Times van 5 september 1850, „en voor de
generaal en zijn begeleiders het terrein wa
ren overgestoken waren alle arbeiders en
voerlieden, gewapend met bezems en afval
achter hen aan, roepend „weg met de
Oostenrijkse slager".
Slechts door in een „ginshop" te vluchten
en deze weer via een andere deur te ver
laten kon de generaal een veilige afstand
scheppen tussen hem en de gevaarlijke me
nigte. De politie kreeg hem met grote
moeite in een bootje en de man was buiten
gevaar.
Punch wijdde een prent en een rijmpje aan
het voorval, maar officieel werd de zaak
niet met een grapje afgedaan, want de
Oostenrijkse gezant, baron Koller, schreef
een brief over deze affaire aan Lord Pal-
merston, de minister van buitenlandse za
ken. Het antwoord dat deze hierop naar
Wenen zond, was niet naar de zin van
koningin Victoria, die haar minister op het
matje riep. Maar Lord Palmerston vond dat
de brouwerij mensen gelijk hadden en pas
nadat Lord John Russell, de eerste minis
ter, eiste dat een brief met andere inhoud
verzonden werd, gaf Palmerston toe.
Toch waren de Oostenrijkers zo gebelgd
over hetgeen een landsman was overkomen
en de manier waarop de Engelse regering
deze zaak had behandeld, dat er in 1852
geen vertegenwoordiger uit Wenen werd
gestuurd om de begrafenis van de hertog
van Wellington bij te wonen.
De mannen van de Anchor brouwerij (de
firma Barclay, Perkins Co.) waren de
helden van de dag en op 11 september
1850, een paar dagen dus na het voorval,
werden ze in Faringdon Hall hartelijk ge
huldigd.
18