UOUAW
De Nederlandse deelnemers aan de Tour
Boven v.l.n.r.: Charles Ruys, Henk Nijdam
van Kreuningen, Kees de Jongh. Beneden
Janssen en Leo Knops.
veerkracht op. 't Zijn per slot nog altijd
normale mensen, kinderen van gewone
moeders, ook al lijkt het er wel eens op
dat zij tot de afdeling machinerie be
horen.
Het gebeurde in de Tour nogal eens dat
wij, na een lange etappe, in autobussen
werden gestopt om naar een stad of
dorp, veel verder gelegen, gebracht te
worden. Dat waren vervelende reisjes en
M daarom nam Jefke Janssen meestal onze
auto en stopte daar drie onzer renners
in. Zij reden vlot vooruit en ik kwam
met de rest van ons stel na in de bus.
Zo ook die keer van Antibes naar een
gehucht nabij Barcelonette, gelegen hoog
in de Alpen. Dat was een rit van onge
veer 170 km, over sommige van de ruw
ste bergen van het in die omgeving toch
al zo ruwe Franse land. Onze bus bleek
veel te lang voor de scherpe bochten, die
daar hoog boven diepe ravijnen op ons
lagen te wachten. Het was geen plezie
rige rit, dat kunt ge rustig geloven. Ver-
de l'avenir in onze Gijsbreghtkelder bijeen,
(■wereldkampioen Milaan!), Jan Janssen, Lex
v.l.n.r.: Jan Willemsen, Piet Liebregts, Jef
schillende malen bleef ons rechter ach
terwiel nog maar net op zo'n laag muur
tje afscheiding tussen leven en een
gewisse dood hangen. Dat alles kost
te niet weinig van de zenuwen, vooral
van de renners. Immers, zij hadden al
een zware wedstrijd in de benen, van hun
hele lichaam was die dag al zo veel ge-
eist
OOK AMSTEL
Toen we eindelijk hoog in het Alpenland
reden, was de stemming een heel eind
onder nul. 't Was allang aardedonker,
wat ons ook al niet vrolijker maakte. In
de bus heerste stilte, een stilte die zo af
en toe onderbroken werd door gemopper
in allerlei talen. Het Nederlands bleef
daarbij niet achter
Plotseling waren wij in het stadje Barce
lonette. Het zag er donker en triest uit.
„Als dat het vrolijke Frankrijk is, dan zie
ik maar liever Nootdorp", zei Jan Jans
sen en hij bedoelde het niet eens als een
grapje.
7