Honden fokken niet ieders werk
De keuze van een hond is zeer belangrijk. Dat heb ik in Het Spongat weieens uiteengezet.
Niet alleen voor u, doch ook voor het dier zelf is het van belang, dat baas en hond
elkaar liggen.
Ook onder honden zijn drukke naturenpretschoppers en zij die kalm huns weegs gaan.
V kunt het beste een jonge hond zo van de moeder nemen.
Hel is voor het jonge dier echter een zeer grote overstap: van de hem bekende om
geving plotseling geheel alleen bij vreemden te zijn.
LAP OF DEKENTJE
Ik gaf de pups altijd een lap of een
dekentje mee uit het eigen nest, waar
aan dus de voor hen vertrouwde lucht
zat; dit geeft rust en steun voor de eerste
dagen bij de nieuwe baas. Een jonge hond
kamerzindelijk maken geeft wel wat%>ro-
blemen, vooral in de stad en op een
bovenhuis. Aan de gedragingen kunt u
echter al spoedig bemerken dat hij zijn
behoeften moet doen. Hij begint te snuf
felen en te zoeken. Dan is het de hoog
ste tijd hem buiten te laten. Vooral na
het voeren goed opletten. Slaan of andere
drastische maatregelen zijn uit den boze;
stop hem 's nachts gerust in een hokje,
want een gezonde hond zal zelden of
nooit zijn eigen nest bevuilen.
Tijdens zijn groeitijd dient u te letten op
zijn voedsel. Het voeren van tafelresten
vind ik beslist onjuist. Immers, het voed
sel dat wij nuttigen is vaak te zout en
te gekruid en bevat niet altijd de be
standdelen die zo noodzakelijk zijn voor
de groei van de hond. Een hond is een
vleeseter en wij mogen ook niet vergeten
dat hij er iets meer dan een jaar over
doet om volwassen te worden.
In die tijd heeft hij het allerbeste voedsel
nodig om een waardig representant van
zijn ras te worden en hij is dan ook niet
zo bevattelijk voor ziekten. Hippokrates
zei reeds: „De maag is een vergaarbak
voor allerhande ziekten". Dat geldt ook
voor honden.
NEST FOKKEN
Als uw hond volwassen is en u hebt lief
hebberij in het ras van uw keuze, dan
zou u er een nestje mee kunnen gaan
fokken. Ik raad u echter aan eerst vol
doende te lezen over dat ras. Het beste
is een teefje te hebben dat aan de voor
geschreven maatstaven van het bepaalde
ras voldoet en een stamboom heeft. Het
is alreeds een risico te fokken met een
teefje dat b.v. een afwijkende kleur heeft
van die voor het ras bepaalde.
Ook is het een feit dat men met kam
pioenen niet altijd kampioenen fokt.
Alleen voor een goede fokker heeft een
stamboom waarde omdat hij vaak alle
honden kent die er op voorkomen en hun
fokeigenschappen weet.
Ik fokte zelf de ruwharige terriers. Een
vriend van mij ging naar Zuid-Afrika en
ik mocht een nest fokken met zijn ruw
harige terrier Pepita du Premohon. Vol
gens de stamboom was dit teefje kenne
lijk gefokt in Frankrijk met mij onbe
kende voorouders. Dit teefje werd nu ge
dekt door mijn fox Dutch Peter. Het nest
stelde zeer teleur. Het waren kerngezon
de pups doch de kleur was veel te zwart
en zij hadden een te losse voorhand.
Over het fokken van honden en de daar
bij behorende problemen zijn vuistdikke
boeken geschreven. Het beste Nederland
se boek hierover is nog steeds dat van
Toepoel. Als liefhebberij is het een mooie
vrijetijdsbesteding doch bepaald geen
sport voor turfstekers op rotsachtige bo
dem.
RASLOZE HOND
Zoals bekend heb ik momenteel een ras-
loze hond. Volgens de kinderen een
schat, doch naar mijn smaak zit hij nog
steeds vol streken. Als er gebeld wordt
aan het door mij gehuurde perceelsge
deelte, rent hij als hij de kans krijgt de
straat op om in het holst van de nacht
totaal verloederd terug te keren, behoef
te hebbende aan spijs en drank en een
warme mand. Een merkwaardig voorval
wil ik u niet onthouden.
Even voor de Kerstdagen werd er weer
eens gebeld. Er kwamen twee dames door
het trapgat naar boven, die mijn vrouw
toespraken en haar duidelijk wilden maken
hoe verderfelijk het is, dat wij moderne
mensen alleen maar denken aan spijs en
drank. De hond die altijd direct alarm
slaat als er vreemden naar boven komen,
5