m Deze maand En wat zei G. H. Ather 111 .zijn wij op een verhaaltje vergast, dat wij u niet willen onthouden. Geheel tegen de gewoonte in noemen wij hierbij geen namen. Niet omdat de personen om wie het gaat er in dat verhaaltje minder goed zouden afkomen, maar omdat het ook zonder namen een aardig verhaaltje is en omdat men nu eenmaal eerder geneigd is lering te trekken uit een anoniem verhaal dan wanneer het over een met name ge noemd collega gaat. Enfin, u weet dat onze inspecteurs enige tijd geleden verzocht is het een en ander te vertellen over ons pils '62. Zij moesten dat doen via de mi crofoon van een bandrecorder die hun hier toe was verstrekt. Een van onze inspecteurs maakte er een compleet luisterspel van door er zijn klan ten in te betrekken. Hij begaf zich naar een bekend café in de binnenstad van Am sterdam, waar de hele familie betrokken is bij de zaak. Hij installeerde zich in de bier kelder en voerde met deze mensen een miniatuurspel op met een leuke dialoog. Zijn extra moeite werd uiteraard beloond, want hij behoorde tot de prijswinnaars. Zo dra hij dit wist stuurde hij een flink uit de kluiten gewassen taart naar zijn „mede werkers" als dank voor de assistentie. Dit hartelijk gebaar heeft niet nagelati indruk te maken en daarom kregen wij h' verhaal dan ook te horen van de enthou siaste klanten van die inspecteur. Een fraai voorbeeld van goodwill kweken, meneer. Nu ja, we zouden geen namen noemen, maar vindt u het verhaaltje er minder om? De foto op de voorkant werd gemaakt vlak nadat de driejarige Anneke van Wees het lint had doorgeknipt waarmee zij of ficieel het bedrijfspand te Eindhoven had geopend. Samen met haar vader en broer tje Ad is zij nu klaar om naar binnen te gaan. Zie het artikel elders in dit nummer. (van Scotland Yard) „Ik verkeer in de gelukkige omstandigheid, dat ik niet, zoals andere zakenmensen, na^^Ê werk hoef te zoeken; dat komt naar mij toe en de klant heeft nooit gelijk."

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1962 | | pagina 22