Een van de zes heet Donald Jones „Tikketakke-tikketakke-boem!" Aldus klinkt de stem van Beppie Nooy, die de titelrol speelt in en de regie voert van de musical Irma la Douce. „Tikketakke-tikke-takke-boem!" Ze staat achter de orkestbak in het reusachtige City thea ter Neerlands grootste bioscoop dat tijdens de repetities slechts door één enorme gloeilamp verlicht is. Terwijl ze deze ritmische klanken uitstoot draait ze rond om zo doende aan te geven hoe ze de muziek bij een bepaalde dansscène wil laten klinken. «p het toneel staan twintig mannen op een rijtje als een soort chorusboys. Een van hen is gekleed in een ge streepte trui; hij heeft een zwarte huid en dito kroeshaar en zijn naam is Donald Jones. Als de repetitie afgelopen is en de artiesten naar de foyer gaan om van me vrouw Nooy instructies te krijgen aangaan de baarden, snorren en kostuums die ze moeten gaan passen, krijgen we een teken van Donald Jones: nog éven! Een paar minuten later zitten we achterin het vermaarde etablissement van Reynders. „Wat voor rol speel je in Irma la Douce?" vragen we. Hij lacht. Dan blijkt dat hij een van de zes souteneurs is, die Irma de Liefelijke erop na houdt. Hij danst, zingt en spreekt in dit stuk, dat nu in City te Amsterdam wordt vertoond. UIT HARLEM „Als danser ben ik mijn carrière begon nen", zegt hij in heel behoorlijk Neder lands. „Dat was in Amerika, waar ik der tig jaar geleden werd geboren. Ik heb daar ook in een soort musical gestaan, de Florida Revue, die twee jaar lang gelopen heeft in Atlantic City, dat is een soort Zandvoort, want het ligt aan de kust van New Jersey. Ik kom oorspronke lijk uit Harlem (met één a!) de neger- wijk van New York. Maar daar blijf je hangen, ook al heb je talent. Natuurlijk springen op een gegeven moment de gro ten er wel uit, denk aan Belafonte, maar I dat zijn er maar weinig. Daarom was ik blij dat ik met een dansgroep op tournee door Europa kon gaan. Mijn eerste Euro pese land was Italië, mijn eerste stad Rome. Dat was in 1957, in 1958 kwam ik in Amsterdam en werkte in Carré. Toen mijn contract hier afliep heb ik een maand vakantie genomen, want ik vond Amsterdam fijn. En ik ben er blijven hangen „Maar je werkte toch al in Amerika, kon je daar niet proberen iets groots te wor den. Je bent hier nu toch ook bekend?" „Ja, maar daar ben je een kleine vis in Onder bomen van het (Leidse) plein een groothoe zeg je dato ja, aquarium, en hier ben je een grote vis in een klein aquarium." „Wanneer heb je je het allergelukkigst gevoeld, Donald?" Hij moet hier even over nadenken, dan zegt hij heel beslist: „Op de vooravond van mijn vertrek naar Europa. Toen was ik met een paar vrienden mijn afscheid aan het vieren. En toen heb ik gehuild, ja. Wat doe je nou, Donald, vroegen ze. Ik huil, zei ik, ik huil van vreugde MIKMAK „Je hebt gelukkig weer een werk vergunning gekregen, die is je maanden lang onthouden geweest; dat was wel een nare tijd natuurlijk". „Ja, want je raakt financieel zo achter op. Werk kon ik genoeg krijgen, ik mocht het alleen niet aannemen. Daarom ben ik blij dat ik nu volop te doen heb. Binnenkort ga ik meedoen aan het tv- kinderprogramma Mikmak en eind de cember beginnen de repetities van het 13

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1962 | | pagina 15