Beter alle vogels in de lucht dan twee in de kamer IS uikens kleuren goed op een groen vloerkleed. Ik kan het weten, want ik spreek uit ervaring. Het intense geel van hun dons en het smetteloze oranje van hun fijne pootjes steken op vallend af terwijl zij onvermoeid rond- pikken als kinderen op strooiavond. Bij alles wat ze doen geven ze een bepaald piepje af: rustig en regelmatig of ge agiteerd. Eerst denk je dat er enige vitale delen nodig smering behoeven maar als je hoort dat ze ook in stilstaande toe stand piepen ga je een diepere oorzaak vermoeden. Opent men een kuiken dan ontwaart men een klein vernuftig blaas- balgje dat door de longen wordt bediend. Aan het eind ervan zit een spleetje en het zal onze technisch geschoolde lezers niet veel moeite kosten om in te zien dat hier alle voorwaarden voor een gaaf piepge luid voorhanden zijn. Bij hanekuikens verbreedt die spleet zich later zodat er een kukeleku uitkomt, bij hennen wordt deze apparatuur tevens gebruikt om er de verse eieren mee naar buiten te dwin gen. Mede hierdoor ontstaat dan het te gendeel van piepen het tokken. (Tok, tok, tok, alweer een ei!) Jonge kuikens zijn snel vermoeid en ik heb hun dan ook een stalletje ter beschik king gesteld in de vorm van een hoge kartonnen doos met op de bodem een krant. Er boven brandt dag en nacht een lamp, die niet dient om de kuikens het lezen van de krant, resp. het plaatjes- kijken te vergemakkelijken maar om hen te verwarmen. Verder is de doos gemeu bileerd met een bakje met lauw water en een met havermout, terwijl ik op gezette tijden een warme kruik, gestoken in een nieuwe sok, onder de lamp leg. Hiervan maken zij dankbaar gebruik: ze springen er vlug op, waarna hun piepen een te vreden klank krijgt. Ze trekken een dun velletje voor hun ogen een akelig ge zicht en beginnen te dommelen. Ze zijn bijzonder snel gealarmeerd, want bij het minste geluid openen ze de ogen en piepen. Blijkt het loos alarm te zijn hetgeen het natuurlijk altijd is dan strekken ze een vleugel en poot of snave- len wat rond tussen hun dons. De vraag: hoe kom je aan kuikens op driehoog? is veel minder belangrijk dan de vraag: hoe kom je er af? maar ik wil hem niettemin beantwoorden. Een be vriend restaurateur had met Pasen een kist hanekuikens van zijn eierleverancier gekregen. „Zet ze maar voor het raam, dat is leuk met de Pasen, wij doen ze anders toch weg", zei de man. Juist op dat moment was mijn vrouw voorberei dingen aan het treffen voor de komst van haar nichtjes. Dat is typisch vrouwewerk, waarbij je als man hoogstens hand- en spandiensten kan verrichten. Maar toen ik met het bestaan van de kuikens geconfronteerd werd, meen de ik ook iets te kunnen doen en bracht er twee mee naar huis: voor ieder nichtje één. De moeder van de meisjes bleek evenwel onder geen beding kuikens in haar kamer te willen hebben, hetgeen de atmosfeer geschikt maakte voor een fraaie familie vete. Het jongste nichtje keerde de zaak onbewust ten gunste, want toen zij oog in oog kwam te staan met de piepende donsjes, week zij verschrikt achteruit en bleef de hele dag op veilige afstand. Blijft dus de vraag: hoe kom je er af? De lekkerbekken die antwoorden: eet ze op, zou ik in overweging willen geven hun kanaries of andere huisdieren te consumeren. Er is namelijk een groot verschil tussen het bestellen van een piep kuiken in een restaurant en een levende uit je slaapkamer halen teneinde die op de aanrecht toe te bereiden. Blijft dus die vraag. Maar ondertussen piepen de tot leven gekomen dooiers lus tig voort. Doodstil zijn ze als ik ze in de kom van beide handen neem. Verzaligd sluiten ze de ogen, maar na een paar minuten is op dit punt de dierenliefde uitgeput en zet ik ze weer op hun fraaie pootjes en kijk naar ze terwijl de gezeg den als 'haantje de voorste' en 'er als de kippen bij zijn' in beeld brengen. Een kuiken is een hoopje instinctieve motoriek. Bij het pikken van de haver mout maken ze met hun poten beurte lings bewegingen alsof ze op een stepje staan en zich moeten afzetten. Geef je ze een lelletje vis of vlees dan lopen ze elkaar achterna om de buit in het bezit te krijgen. Het wordt voor mij pas leuk als ze op het parket terecht komen, want bij het bochten maken gaan ze op vermakelijke wijze overstag. Spoedig zoeken ze hun stalletje weer op, steken hun snavel in het water en richten dan het kopje omhoog alsof ze een klein beetje willen jodelen. Het gaat nu tijd worden voor kuiken- voer, maar het blijkt dat dit nie; oer ons te krijgen is, maar in balen. Ik lub het 19

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1962 | | pagina 21