De jongen die gratie kreeg Voor de kinderen Er zit een jongen in de cel. Heel ernstig staat zijn gezicht en de stappen van de schildwacht, die voor zijn gevangenis heen en weer loopt hoort hij niet. Hij is vijftien, misschien zestien jaar oud en heet William Scott. Morgen zal hij worden doodgeschoten omdat hij in slaap is gevallen toen hij op wacht stond. Het is oorlog en een schildwacht die in slaap valt krijgt de kogel. Nog één nachtje slapen Het is september 1861. In de buurt van Washington, de hoofdstad van de Ver enigde Staten is het Derde Vermont Regi ment gelegerd. Amerika is in oorlog met zichzelf: een verschrikkelijke burgeroor log van de noordelijke staten tegen de zuidelijke. Er zijn veel soldaten nodig en talrijke vrijwilligers melden zich. Ook William Scott. Maar pas toen een kapi tein de moeder van William had beloofd dat hij op hem zou passen, mocht hij soldaat worden. Als een van zijn kame raden ziek wordt, neemt William zijn piketdienst van hem over. Voor het eerst van zijn leven blijft hij een hele nacht op. Maar de volgende nacht is hijzelf aan de beurt voor piketdienst. Hij protesteert niet heel dom van hem. Nu kan hij het niet meer uithouden en valt in slaap. Zo vinden zijn aflossers hem. William Scott, dit kost je je leven. Maar William heeft vrienden die het er niet bij laten zitten. Ze gaan met zijn allen naar het Witte Huis en worden toegelaten bij de hoogste man in het land, de president, Abraham Lincoln. De kapi tein doet het woord, eerst hakkelend, ten slotte weet hij niet van ophouden, zo vlug praat hij: „Hij is een dappere jon gen, zo dapper als er maar één is in het leger, meneer. Scott is geen lafaard. In onze bergen komen geen lafaards voor. Mijn mensen kunnen de gedachte niet verdragen dat William Scott wordt neer geschoten als een verrader en begraven als een hond. O, meneer Lincoln, kunt u die gedachte verdragen?" „Nee, zeker niet!" roept de president, die zeer onder de indruk is van het verhaal. Dan kijkt hij de mannen even aan en lacht zijn ontroering weg: „Kunnen jullie uit de Groene Bergen even goed vechten als praten? Wat kan ik er aan doen? Jullie weten wel dat ik niet veel invloed heb bij de departementen." „Begenadigt u hem, meneer," zeggen de mannen. Lincoln zucht diep en belooft dat hij zich persoonlijk van de zaak op de hoogte zal komen stellen. William Scott zat droevig in zijn cel toen er een heel lange man van bijna twee meter binnenstapte. Hij leek nog groter dan hij al was omdat hij een hoge hoed droeg en een lange zwarte jas. Een don kere ringbaard gaf hem een ernstig uiter lijk. „Dat is de president", dacht William, want hij herkende hem onmiddellijk. De president vroeg hem over allerlei din gen: over zijn ouders, de buren, de boer derij, over de schooltijd en zijn kamera den. Op de vraag hoe zijn moeder er uitzag trok William een foto van haar uit zijn overhemd en liet deze aan Lin coln zien. Deze zei niets over de angst aanjagende morgen die William te wach ten stond. William dacht: „Hij is zo zachtmoedig dat hij daarover niet wil spreken. Eén gunst wil ik hem vragen: of de soldaten die mij morgen moeten neerschieten niet gekozen zullen worden uit mijn eigen regiment want dat zou het ergste zijn, te worden doodgeschoten door mijn kameraden Maar net toen hij die ene gunst wilde vragen stond de president op en zei: „Ga eens staan, mijn jongen." William stond op en Lincoln vervolgde: „Jij wordt morgen niet doodgeschoten. Ik zal je vertrouwen en je terugsturen naar je regiment. Maar ik heb nog wat te verrekenen met je. Ik ben hierheen moe ten komen uit Washington en ik heb het heel druk en ik wilde nu wel weten hoe je mij dat denkt terug te betalen." Natuurlijk kon soldaat William Scott 13

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1962 | | pagina 15