Bier brouwen en gom kauwen T n Afrika kan maar op beperkte schaal kauwgom verkocht worden. De O- vambo's en andere primitieve stam men in Z.W.-Afrika kauwen niet alleen geen gom, maar de kans is zeer groot, dat ze het nooit zullen gaan doen ook. De reden is van principiële aard, die te ruggaat tot de vroege geschiedenis van primitieve volkeren over de hele aarde. Of zij potentiële gomkauwers zijn of niet hangt af van de traditionele manier waar op zij bier en andere dranken maken. Stammen in ongeveer de halve wereld kunnen goede klanten worden van de kauwgomfabrikanten omdat zij sinds on heuglijke tijden hun dranken bereidden door graan te kauwen om de vergisting te stimuleren daar er op deze manier en zymen dooreengemengd werden. Primi tieven in de rest van de wereld kauwen niet omdat hun gegiste dranken van ge kiemde graankorrels komen. De scheiding tussen de twee manieren is in Egypte of Babyion begonnen. De kauw- neiging kwam naar voren in het oude China, de eilanden van de Stille Oceaan A en in Zuid-Amerika. De niet-kauwers worden gevonden in Afrika, Eurazië en India. Hoewel de moderne Chinezen nu geen graankorrels meer kauwen voor de drankbereiding ligt de scheidingslijn in Birma. De primitieven van Peru en Brazilië wa ren de eersten die met het kauwen van gom zijn begonnen. Zij kauwden chicle in de wouden van het Amazonegebied, waarschijnlijk al 2.000 jaar geleden. Dit zijn enige bevindingen van dr. Edwin M. Loeb, etnoloog en antropoloog aan de universiteit van Californië, die een studie reis heeft gemaakt naar Ovamboland in Z.W.-Afrika. klok namelijk aangeboden en plechtig onthuld. Het zal de aandachtige beschouwer op vallen, dat de plaat genomen is voor de expeditieruimte, hetgeen wil zeggen dat er geen vaatje bier uit kon. Dit doet vermoeden dat er die dag geen bier werd afgeleverd. En hiermee zijn wij gekomen aan de keerzijde van de eerste steen. Want juist als wij de verjaardag van de Amstel Brouwerij willen gaan vieren, is het hoogzomer, waarin ons weinig tijd ge laten wordt voor terugblikken. De vraag rijst: zullen wij, zakelijk gezien, nog wel KUNNEN feestvieren in de toekomst? In 1920 werkten de Amstelmensen 45 uur per week en was het hoofdelijk verbruik liter bier, maar er waren 257 brou werijen. Nu werken we veel korter, is het hoofde lijk verbruik ruim 26 liter en zijn er nog maar 32 brouwerijen. Hoe zal dat zijn in 1970? Bij ons hon derdjarig bestaan? Wij twijfelen er niet aan of het wordt een feestdag. We kunnen dan wel niet met zijn allen op de foto en de mannen zullen heus geen strohoeden dragen, maar de dames dragen gegarandeerd fleurige toiletjes en ach mocht er één knappe jonge vrouw zijn die haar hand op de schouder van een oudere heer wil leg gen, dan kan dat echt wel, want het is immers feest

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1962 | | pagina 14