Overpeinzingen bij een eerste steen Het merkwaardige van eerste stenen is dat ze de eerste stenen niet zijn. De met selaars zijn al dagen bezig wanneer ze even ophouden om te kijken naar degene die de eerste steen gaat leggen. Ze lachen dan vol verstandhouding zoals ouders die de lekkerste gebakjes al uit de doos hebben gepakt en dan hun kinderen de „eerste" keus geven. Voor het leggen van eerste stenen wor den vaak kinderen uitgekozen. Zij im mers zullen naar alle waarschijnlijkheid „hun" gebouw lange jaren in gebruik zien. Natuurlijk kijkt men wel uit welke kin deren men aanzoekt voor de eerste steen. Ze moeten bescheiden zijn. Vandaar dat men nooit een groepje mannen bij een eerste steen ziet staan terwijl zij luisteren naar een van hen die breedsprakig uit eenzet hoe hij als kleuter die eerste steen heeft gelegd. Nee, de ware eerste-steen- legger glimlacht vertederd als hij langs zijn steen komt; liefst glimlacht hij in wendig, zij het niet minder vertederd. Wij houden 11 juni aan als de verjaardag van de Amstel Brouwerij. Dat is de dag waarop in 1870 de eerste steen werd ge legd door Ernest de Pesters, nog geen twee jaar oud, zoontje van jhr. C. A. de Pesters, die met zijn zwager, de heer J. H. van Marwijk Kooy, onze brouwerij heeft gesticht. Deze baanbrekende daad is des te lof waardiger als men bedenkt dat de heren niet de dag van aanbesteding, zijnde 14 april, of de dag waarop de bouw een week later werd gegund, noch de dag waarop het eerste bier werd geleverd, 15 januari 1872, als geboortedag hebben willen zien. 11 juni zal het zijn, besloot men en wij moeten daar dankbaar voor zijn. Is juni niet een mooie maand, waar in het goed eerste stenen leggen is; de specie bevriest niet, de zilveren troffel voelt niet te koud aan, de omstanders kijken niet kleumend toe, de moeder van de kleine Ernest kon hem gezellig zomers aankleden en het nageslacht, dat ten slotte de jubilea moet vieren, kan reke nen op een fraaie feestdag. Zo was het tenminste bij het vijftigjarig bestaan. Heel het personeel stelde zich buiten op en ging, zich koesterend in de zon, op de foto. Jammer genoeg leent deze plaat zich eigenlijk niet voor publicatie, want de fotograaf moest zo veraf gaan staan, wilde hij iedereen erop krijgen, dat de figuurtjes bijna niet meer te herkennen zijn. Wel kan men zien dat vele mannen strohoeden dragen. De enkele dames be wijzen dat fleurige dameszomerkleding nog geen mode was. Er is één jonge knappe vrouw bij met een wit bloesje. Ze staat op de tweede rij en leunt met haar hand vertrouwelijk op de schouder van de voor haar zittende oudere heer. Hoe dat zit, kunnen wij niet verklaren, we houden het er maar op, dat het vader en dochter is Op de trans van de watertoren is nog net het laken te zien, dat de klok kort te voren bedekte. Het personeel heeft die DE OPRICHTERS jhr. C. A. de Pesters H. van Marwijk Kooy 11

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1962 | | pagina 13