Ir. R. van Marwijk Kooy op
Puerto Rico
Op 1 februari j.l. herdacht de heer M. H. Prenen te Haarlem, dat hij vijftig jaar geleden
zijn handel in dranken oprichtte. De firma Prenen, die als subagent reeds jarenlang
Amstel bier verkoopt hield een receptie, die zeer druk werd bezocht. Op de foto brengt
de heer P. Kranenberg een toost uit met de heer Prenen; op de achtergrond de heer
WG. Prenen, een zoon van de jubilaris.
In San Juan op Puerto Rico, waar de
Amstel Brouwerij een brouwerij gaat ves
tigen, heeft ir. Van Marwijk Kooy aan
journalisten het een en ander verteld over
deze plannen. Aan het verslag dat in het
dagblad El Mundo van 15 februari j.l.
verscheen, ontlenen wij het volgende.
Met de bouw van de brouwerij zal in het
midden van dit jaar worden begonnen
en wel aan de straatweg die naar de
luchthaven leidt. Van de 175 werknemers
die er in het begin werk zullen vinden,
komen er zes, onder wie de brouwmees
ter, uit Nederland. De overigen, met in
begrip van de directeur en de bedrijfs
leider, zullen Portoricanen zijn.
Amstel zal geen kosten sparen, „aldus
de heer Van Marwijk Kooy," om Puerto
Rico een brouwerij te schenken waar an
dere landen het om zullen benijden. Hoe
wel het mout uit Europa zal komen, zal
de brouwerij zoveel mogelijk alles op de
lokale markt kopen, inclusief de flessen
en de kroonkurken. Amstel zal niet con
curreren met de twee brouwerijen die
reeds op Puerto Rico werken, aangezien
deze een ander soort bier brouwen. Am-
stelbier zal van Europese kwaliteit zijn,
gebrouwen op Puerto Rico.
ZEEREIS IN EEN BROUWKETEL
Gregor Rummelaff, een dikke bierbrou
wer uit Koningsberg, zei in 1558 dat hij
over het Frische Haff naar Dantzig zou
roeien in zijn grootste bierkuip. De men
sen dachten dat deze opschepperij onmo
gelijk was en sloten een weddenschap
met hem af die wel veertigduizend Poolse
guldens groot was.
11 augustus begon Rummelaff, rijkelijk
van mondvoorraad voorzien, de tocht in
de brouwkuip. Hij roeide de Pregel af,
stak het Frische Haff over, stuurde zijn
vaartuig de Nogat op en voer toen over
de Weichsel tot aan Dantzig, waar hij na
een week behouden en wel aankwam.
Hier werd de bierbrouwer geestdriftig
ontvangen, het merkwaardige scheepje
werd in triomf door de straten gedragen
en de raad van Dantzig richtte te zijner
ere onder trompetgeschal en paukgeroffel
een feestmaal aan.