DE INDIANEN EN
P or favorcito" klonk heel zacht een
stem naast me, nauwelijks hoorbaar bo
ven het geraas van de markt. „Por fa
vorcito, Senor" klonk het nogmaals, mis
schien nog wel zachter dan de eerste
maal. Ik draaide me om, naast me stond
een Otomi-Indiaan gekleed in lompen.
Hij lichtte voorzichtig zijn hoed op en
keek me smekend aan. Om ons heen
joelde de jukebox-muziek en klonk het
geschreeuw van de tientallen marktkoop
lui en uit elke kraam scheen het helle
licht van de benzinelampen, want het was
al avond.
„Wij hebben een dode", begon de Oto-
mi in gebroken Spaans. „Ja, een dode",
zeiden twee andere in lompen geklede
Indianen die uit een donker portiek naar
voren waren gekomen, toen ze hadden
gezien dat ik hun kameraad vriendelijk
gegroet had.
Ik stond tegen onze kleine vrachtwagen
geleund en ging nog wat gemakkelijker
staan, want het beloofde een lang ver
haal te worden en het werd een lang
verhaal.
De Otomi-Indianen zijn de verschoppe
lingen van Mexico. In de tijd van de
Spaanse invallen waren zij of slaven van
de Azteken of verhuurden zij zich als
soldaten aan de diverse machtige stam
men. Uiteindelijk werden zij door de
ontelbare oorlogen verjaagd uit hun oor
spronkelijke woongebied en moesten ge
noegen nemen met een stuk woestijn,
waar niet veel anders dan cactussen
groeien en waar zij nu nog wonen, hoofd
zakelijk levend van het sap dat zij uit
één van de vele cactussoorten halen.
Het is te begrijpen, dat zij door op zo
een arme grond te leven de armste in
woners van Mexico zijn. Hun kleding be
staat uit lompen, hun hutten uit enkele
takken met cactusbladeren. Vroeger wa
ren zij zeer oorlogszuchtig, maar door
de eeuwen van slavernij en slecht voed
sel zijn zij thans heel zachtaardig en ver
schrikkelijk bescheiden. Zij spreken hun
eigen taal, maar de mannen kennen in het
algemeen wel wat Spaans.
„Alsjeblieft, por facorcito", met deze en
kele woordjes werd het hele relaas aan
elkaar verbonden, want vaak kon de
Otomi de Spaanse woorden niet vinden.
Gisteren was zijn vrouw gestorven ver
buiten de stad, diep in de woestijn. En
morgen moet zij begraven worden, maar
hij had in de stad de doodkist gehaald,
die eerst een half uur geleden klaar was
DE DOODKIST
gekomen. Als hij en zijn vrienden gingen
lopen zouden zij niet voor de volgende
avond aankomen en dan was de begra
fenis al achter de rug en het was voor
hen ondenkbaar, dat iemand zonder kist
werd begraven. Kon de Senorito, por fa-
Otomi-vrouw met waterkruik, die gevuld
ongeveer veertig kg weegt en door middel
van een band om het hoofd wordt gedra
gen. Voor de borst hangen een bos cactus
vezels en een spinspoel; de vezels spint zij
onderweg tot draden.
vorcito, hen niet een gedeelte van de weg
met de vrachtwagen brengen. Het was zo
donker en ze konden niets zien.
Het is moeilijk om zulke mensen iets te
weigeren. Je weet dat hun leven ver
schrikkelijk hard is en in hun ogen ben
je rijk, ontzettend rijk.
Je zegt dus „ja" en weer worden de hoe
den gelicht, vele malen wordt „gracias"
gezegd en daartussen door hoor je dan
zachtjes „Dat God het u betale".
De doodkist werd opgehaald, de drie
13