wijzingen aangaande het vreemde geld dat hij wil meenemen. „Gaat uw vrouw met u mee op reis?" Hij lacht en schudt het hoofd. „Schrijf dat maar op: Neem in 't algemeen je vrouw niet mee op dienstreis, dat be lemmert het zakendoen en de zaken gaan voor het meisje." De telefoon op zijn bureau rinkelt weer. Een van de heren in de kamer neemt hem op. De heer Peters luistert met een half oor mee, neemt dan het meeluister apparaat en luistert met een heel oor mee. „De export van bier is vooral na de oorlog enorm gestegen. De Amstel begon er in 1883 al mee, naar Engeland en Ne derlands Oost-Indië. In 1938 werd er 111.000 hl Nederlands bier uitgevoerd, nu gaat er 880.000 hl de grens over, bijna achtmaal zoveel. Maar er moet heel wat voor gedaan worden om daarin een behoorlijk aandeel te krijgen. Reizen, met mensen praten, werken. Vooral in de tro pen maak je lange dagen: vroeg opstaan, want je kunt er eerder bij de zaken te recht dan in West-Europa; gedwongen rust in de middag, want dan slaapt ieder een; dan weer verder, tot 's avonds laat vaak; en vergeet niet, dat in de meeste landen de afstanden veel groter zijn dan hier. Je hebt in landen waar veel analfa beten zijn bijzondere moeilijkheden, want daar kunnen de mensen ons handelsmerk niet altijd lezen. Je moet dan met plaat jes werken. Zo hebben we jaren geleden in India het papegaaibier geïntroduceerd. Gewoon Amstel bier, met Amstel etiket, maar op de andere zijde van de fles was een rond etiket met een papegaai geplakt. Kwam je in een winkel, dan zag je geen enkele fles met een Amstelmerk, alleen maar papegaaiëtiketten. Later hebben we dat systeem ook in Soedan toegepast. ALTIJD PRETTIG GEWERKT De heer Peters heeft altijd prettig ge werkt op de Amstel Brouwerij. Het is dan ook niet vreemd en beslist geloof waardig uit zijn mond te horen, dat hij het graag wilde overdoen. Gewoon weer beginnen en dan weer helpen bouwen, leiding geven aan jonge mensen in dat boeiende vak. „Dat ik hier zo plezierig gewerkt heb, ligt niet alleen aan de mensen op dé brouwerij, maar ook aan de aard van het produkt: bier is een gezellig drank, dat zich weerspiegelt in de sfeer die de men sen in dit vak meebrengen. Toch vind ik dat het vroeger gemoedelijker was, hel leven is harder geworden. Het is mis schien wel daardoor, dat men tegenwoor dig wel eens meer geneigd is om eerst te vragen naar de rechten, alvorens over de plichten te spreken. Vol lof is de heer Peters over het con tact, dat hij met de bottelarij heeft en over de chef, de heer Fokke, bij wie alles altijd mogelijk is. Ook de verstandhou ding met alle andere bedrijfsafdelingen en met de mensen van zijn eigen afdeling is zeer goed. „We hebben een fijne ploeg." Er staat schuin achter zijn bureau een kast met een groot assortiment bierflessen, van Amstel en van de concurrentie. Ook blikjes bier. In 1955 begon Amstel als eerste Nederlandse brouwerij met de ex port van bier in blik. Handig te verpak ken, onbreekbaar, snel te koelen, geen statiegeld, dat zijn de voordelen van blik- bier. Toch is blikbier al voor de oorlog door Amstel in de handel gebracht. De blikjes hadden toen een stompe korte hals, die met een kroonkurk was afge sloten. En nu de vrije tijd. Vakantie houden? „Jazeker", zegt de heer Peters, „la douce France is mijn vakantieland, wat op mijn gemak gaan zien. Ook Italië heeft mijn gro te liefde. In deze landen heb ik zon, ik houd van zon en zwemmen, naar Oosten rijk ga ik graag vanwege de gemoedelijke aard van de bevolking. Ik spaar post zegels en lees graag en veel als er tijd voor is." De heer Peters is een polyglot, een echte talenman (zeer belangrijk voor zijn werk) die even gemakkelijk de mo derne talen spreekt als zijn moedertaal. „Nee, mijn moedertaal was geen Lim burgs. Ze denken weieens, dat ik Lim burger ben, maar ik ben Amsterdammer, al is het waar, dat mijn vader Limburger was. Daarom houd ik veel van Amster dam en van Limburg. Nu moet ik ook van Bussum houden, anders was ik er niet gaan wonen." De oorlog hebben we totnutoe niet aan geroerd, maar over die jaren wil de heer Peters toch nog wel wat zeggen, omdat er toen uiteraard geen export was en hij heel ander werk ging doen. „Ik ben o.a. assistent-secretaris geworden van het bestuur van de Centrale Bedrijfs- keukens. Op verzoek van het Rijksbureau van Voedselvoorziening werden in diver se grote bedrijven keukens ingericht voor

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1962 | | pagina 6