Mr. EGBERTS SPRAK OP DE NIEUWJAARSRECEPTIE 7962
Op dinsdag 2 januari j.l. begon om half vijf in onze Gijsbreghtkelder de nieuwjaars
receptie, waartoe de directie delegaties van het personeel, werkzaam te Amsterdam, had
uitgenodigd. De ruimte in de kelder is te klein voor het gehele personeel en daarom
waren op deze eerste werkdag van 1962 bijeen de leden van de Ondernemingsraad, de
bestuursleden van het Pensioenfonds, de leden van de Tarief commissie en de Jubileum
commissie en de redactieraad van Het Spongat, alsmede het leidinggevend personeel.
Doordat ir. R. van Marwijk Kooy en mr. J.
M. Elink Schuurman met vakantie waren,
vertegenwoordigden de heren mr. E. J. Eg
berts en P. Kranenberg de Raad van Beheer
en eerstgenoemde voerde ook het woord.
Mr. Egberts begon met degenen te her
denken, die ons in het afgelopen jaar wa
ren ontvallen: jhr. Six van Hillegom, in
specteur Hogendonk, chauffeur Ulkes, me
juffrouw De Groot van de postkamer en
collega Visser, die nog maar kort bij ons
in het brouwhuis werkte.
„1961 was geen uitzonderlijk jaar", aldus
de heer Egberts, „wij hadden geen mooie
zomer, maar toch ging het met onze omzet
goed en deze was voor de negende achter
eenvolgende maal hoger dan het jaar daar
voor. Ook de export steeg, in verhouding
zelfs meer dan het binnenlands verbruik."
Sprekend over de verbouwingen in het be
drijf, bracht de heer Egberts in herinnering,
dat in het afgelopen jaar o.a. een nieuwe
legerruimte was gereedgekomen en dat een
nieuwe stoomketel in bedrijf was gesteld,
terwijl na de sloop van een paar huizen en
de oude ijsfabriek een begin kon worden
gemaakt met het gebouw waarin de ver
dubbeling van het brouwhuis en de silo's
„Toen ik 1 januari 1948 bij de brouwerij kwam, stond de eerste verdieping van het
hoofdkantoor langs de Andreas Bonnstraat nog leeg, alles daarboven was zolderruimte",
aldus de heer Egberts. „Nu is het hoofdkantoor overvol en u kunt dus nagaan hoeveel
mensen die op kantoor een bureau en een stoel moeten hebben, erbij moesten komen
om elk jaar meer Amstelbier te kunnen verkopen."
De enige oplossing voor uitbreiding van de kantoorruimte was een noodgebouw te zet
ten op het oude keldergebouw aan de binnenplaats: dit houten gebouw komt in de loop
van 1962 gereed. De groei van ons bedrijf kost veel geld, veel meer geld dan overblijft
nadat wij uit hetgeen wordt ontvangen als opbrengst van het bier alles betaald hebben
wat moet worden betaaldde grondstoffen, de lonen en salarissen, alle onkosten, rente
over het geld dat wij geleend hebben, dividend aan de aandeelhouders en de gratificaties.
Er moest dus nieuw geld worden aangetrokken en wij deden dit in de vorm van een
emissie van nieuwe aandelen.
De heer Egberts moest vaststellen, dat er helaas geen reden is om met vreugde, tevreden
heid en gerustheid op 1961 terug te zien als wij in de wereld om ons heen kijken. Er
heerst onrust en oorlogsdreiging. Daarom: „de beste wens voor 1962, die ik dan ook
heb, zowel voor u allen persoonlijk als voor het bedrijf, is VREDE. Bij deze wens zinkt
eigenlijk alles in het niet. En dat is dan ook de enige wens, die ik op het ogenblik zou
willen uiten. De wens, dat het allen, die bij de Amstel werkzaam zijn, gegeven moge
Mr. Egberts tijdens zijn toespraak.
zullen worden ondergebracht.
1