Maar daarover straks. Eerst iets over de
genoemde Orde der Cisterciënsers.
Dezen vormen een monniksorde, welke ge
sticht werd in het jaar 1098 door de abt
der Benedictijnen, Robert van Molesme, die
van mening was, dat men de orderegel,
gegeven door de H. Benedictus, getrouwer
moest nakomen dan men dit in zijn tijd
deed. Ook hier deden de materiële wel
stand in kloosters en de toeneming van
aardse goederen de geestelijke rijkdommen
verminderen, waardoor verslapping intrad,
zoals we dit steeds weer op velerlei gebied
kunnen constateren.
NIEUWE ORDE
Abt Robert zag dit om zich heen en het
verdroot hem zeer. Telkens beproefde hij
daarin verandering te brengen, maar de
tegenstand die hij ondervond was zo groot,
dat hij zijn pogingen opgaf en met een
twintigtal van zijn trouwe broeders een
nieuwe orde stichtte, welke we nu naar
de stichtingsnlaats Citaux Cisterciënser-
orde noemen. De paus wilde zijn goed
keuring eerst niet geven, maar later, 18
april 1100, werd Citaux niet alleen be
vestigd, maar genoot het zelfs de bijzon
dere bescherming van de paus. Maar de
regels waren nogal streng en dus bleef het
aantal volgelingen klein. De H. Bernardus
zou daar echter verandering in brengen. In
1112 besloot Bernardus, een tot de hoge
adel behorende jongeman (zijn moeder was
een hertogin van Bourgondië) van onge
veer 22 jaar, zijn leven aan God te wijden
en na een dertigtal van zijn vrienden over
tuigd te hebben van zijn zienswijze, trok
hij met hen naar het klooster van Citaux.
Na enkele jaren werd hij zelfs abt en
stichtte hij het vierde klooster der orde, het
later door hem zo beroemde klooster Clair-
vaux. Door zijn voorbeeld, zijn overtuigen
de welsprekendheid, deugd en wijsheid
voelden velen zich gedrongen om in deze
orde opgenomen te worden. De kerk van
die dagen heeft zeer veel aan hem te dan
ken. Hij redde niet alleen het klooster van
Citaux van de ondergang, maar hij had ook
een zeer grote invloed op het geestelijk
en daardoor ook maatschappelijk
leven van zijn tijd. Hij was overtuigd, dat
hij niet voor niets in de wereld was ge
komen en hield zichzelf en anderen steeds
voor ogen een zegen te zijn voor de mede
mensen om hen belangeloos te dienen
iets wat de mensen van zijn tijd (even
als de mensen van onze tijd) maar al te
dikwijls vergeten.
DIENEN OP ZICHZELF IS VOOR
VELEN AL MOEILIJK - MAAR
BELANGELOOS DIENEN NOG VEEL
MOEILIJKER.
Sedert de vestiging van Clairvaux (in 1115)
werden vele kloosters gesticht, niet alleen
in Frankrijk (241) maar zelfs in Engeland,
Schotland en Ierland (tesamen 122), Duits
land, België, Portugal, Spanje en in ons
land, waar het eerste klooster werd opge
richt in Rinsumageest omstreeks 1165.
Spoedig waren er een veertiental over ons
land verspreid, waaronder ook ons klooster
Mariëndaal.
De betekenis van zo'n klooster moet niet
gering aangeslagen worden. Het vormde
min of meer een maatschappij op zichzelf.
De broeders verbouwden de gewassen,
nodig voor hun levensonderhoud, maakten
hun kleding, bouwden hun kloosters, bak-
Vrouw Jacoba's kannetjes" opgegraven bij Utrecht.
17