Dg Zageman
Naar aanleiding van uw dringend verzoek aan h/dpvaardige lezers om de be
schikking te krijgen over oude gebruiksvoorwerpen en antiquiteiten uit de
brouwerijwereld lijkt het mij wel aardig e,ens iets te vertellen over een „instru
ment" dat ik dezer dagen ontdekte bij een Utrechtse antiquair, n.l. een
zageman. Deze zageman hoort thuis in de oude berberg-interieurenhij was
van hout of metaal en werd in beweging gezet, wanneer iemand het gezel
schap verveelde of bij het sluitingsuur van geen heengaan wilde weten. Ook
wanneer iemand halfdronken, op zijn Vlaams gezegd „zever en zaag vertelde",
stootte men tegen de zageman ter beduiding, dat de man beter deed de herberg
te verlaten.
Naast de „zageman" had men ook de „zaagvrouw"zijnde wel hetzelfde voor
werp, doch een vrouw voorstellende (in de Kempen noemde men ze dan
„zaagmie"
Maar nu iets over de gevonden instrumen
ten. Het zijn twee houten figuren op losse
houten staander. Ze staan ieder met een
pin onder elke voet op deze staander; in
beide handen houden ze een bruingeverfde
zaag, waaraan een loden knop zit en wor
den ze in beweging gebracht, dan is het
net alsof ze zagen. De ene figuur is ge
kleed met een tot aan het middel reikend
zwart jasje met rode manchet en lange don
kerbruine broek. De ander draagt een bruin
schootjasje, van voren open, waardoor een
zwart hemd cn een geel geknoopt dasje
te zien zijn. De kuitbroek is zwart van
tint. De figuur met kuitbroek lijkt mij de
oudste toe. Het schootjasje wekt herinne
ringen aan de achttiende eeuw, maar de
hoge hoed bij beiden zwart wijst op
de negentiende eeuw; uit die tijd zullen de
figuren dan ook wel dateren. De lengte is
ca. tweeëntwintig cm.
Over de geschiedenis van het ontstaan van
deze figuren tasten we nog wel een beetje
in het duister, want de afgebeelde figuren
zijn in feite handwerkslieden en wel een
„langboom of plankenzager" ('scieur de
long' zegt de Fransman). Deze vaklieden
verdienden vóór de uitvinding van de
zaagmachine een behoorlijk stuk brood. Zou
men eruit moeten afleiden, dat dit soort
mensen niet onderlegd is en onbewust „de
zageman" spelen en zodoende de bezoe
kers allerhande mogelijke en onmogelijke
zaken opdissen, die zich niet storen aan de
waarheid, geschiedenis, enz.
Misschien wel, misschien niet.
Wat mij wel opviel bij het bestuderen van
dit onderwerp is het feit, dat op het schil
derij van Claes Visser gedateerd 1608
en voorstellende de Ommegang der Le
prozen een zogenaamde Janneman voor
komt, die een sprekende gelijkenis ver
toont met de volkshumoristische zageman
van onze zuidelijke staminets. Deze z.g.
leprozen-ommegang werd gehouden op
Koppermaandag. Traditiegetrouw hield het
houtzagersgilde te Amsterdam op deze dag
haar jaarlijkse feestdag. Deze feesten op
Koppermaandag kunnen we een verleng
stuk noemen van de Driekoningenfeesten,
want in beide feesten komen houtzagers
11