Na vijf kwartier komen de flessen uit de koeltunnel en worden gecontroleerd. In de
koeltunnel zijn de flessen met zwavel bespoten om ze sterker te maken. In kisten ver
pakt gaan de flessen naar de brouwerij.
opslagplaatsen gestort die zich boven in
het gebouw bevinden. Vlak voor ons be
speelt de technicus zijn knoppen en scha
kelaars gelijk een organist zijn instrument
terwijl links en rechts groene en rode lich
ten aan- en uitflitsen.
Hij haalt met driftige bewegingen zijn
handles over en zegt: „Het wegen en men
gen is erg belangrijk." Voortdurend naar
zijn meters kijkend vervolgt hij„Dit ge
beurt met behulp van een elektronisch
brein."
1.520 GRADEN CELSIUS
Zijn de grondstoffen eenmaal afgewogen
en gemengd dan worden zij, alweer vol
automatisch, in bakken gestort die ze naar
de smeltovens transporteren. Wij kijken uit
het raam en zien dat langs de zoldering
van de hall een monorailnet loopt, waaraan
de grote reservoirs hangen, die door een
lokomotiefje in de richting van de ovens
worden getrokken. Omdat wij het hele pro-
duktieproces willen volgen, verlaten wij de
controlekamer, waar lichtflitsen nog steeds
de bedrijvigheid verraden, en lopen in de
richting van de ovens.
Door de enorme hitte die zij verspreiden,
zijn ze gemakkelijk te vinden. Als wij na
enig klimmen bij een van deze gevaarten
staan, kunnen we ons nauwelijks voorstel
len, dat bij deze temperatuur mensen kun
nen werken. Deze „hittebestendige" wer
kers (men zou de indruk krijgen dat zij
er voor geschapen zijn) zullen het in de
tropen waarschijnlijk lekker fris vinden.
„1520 graden Celsius", zegt een van hen,
in wiens stoffige gezicht zweetdruppeltjes
kleine sporen achterlaten, zoals regendrup
pels op de ruit van een rijdende trein. We
mogen door een blauw glas even in de
vuurzee kijken en zien hoe een trechter, die
zojuist is bijgevuld, het materiaal langzaam
in de vlammen schudt. Enorme steekvlam
men van twee oliebranders, die aan weers
zijden van de oven staan, zorgen dat de
oven zijn helse temperatuur behoudt. Om
dat het hier zo ondragelijk heet is, nemen
we een deel van onze zomerkledij maar
over de arm en lopen naar de achterkant
van de oven waar een ronde bak voortdu
rend in draaiende beweging is. In deze
bak, ook door een oliebrander verhit, wordt
via een goot het nu vloeibare glas gestort.
De flessenfabricage gaat beginnen.
In Delft gebruikt men voor deze werk
zaamheden de Owensmachine, in 1913 nog
een schrikbeeld voor iedere glasblazer, nu