De femilie van WinnetouV door M. Eyck
Op zekere dag, toen ik in een Mexicaans stadje langs de grote Panamerikaanse weg lo
geerde, ontmoette ik een oude heer. Ik raakte in gesprek met hem en al vlug bleek, dat
hij zich zeer voor de Mexicaanse Indianenstammen interesseerde. Hij had zelfs besloten
om zijn laatste levensjaren te wijden aan de verbetering van het lot van deze primitieve
mensen en ondanks zijn 12 jaren trok hij elke dag de woestijn in om de Indianen in hun
schamele hutten te bezoeken en behulpzaam te zijn. Hij liep nu met het plan rond om
enkele weken naar een andere Indianenstam te reizen, welke in het noorden van Mexico
woonde. De leden van deze stam werden T arahumaras genoemd en de „Hermano"
het Spaanse woord voor Broeder, een naam die de Indianen hem hadden gegeven was
van plan om met Kerstmis de feestvreugde van de T'arahumaras te gaan filmen. Maar
eigenlijk was de Hermano wat te oud om zo een grote reis te maken en tegen het avond
uur kwam de vraag: ,,Heb je zin om met me mee te gaan? Je zou me goed kunnen
helpen met chaufferen en het opstellen van de filmcamera's en andere klusjes kunnen
doen, waarvoor ik te oud ben geworden."
Over dit aanbod hoefde ik niet lang na te denken en weldra was ik onderweg naar het
1.200 km verder gelegen land van de T'arahumaras.
Allen kennen wij de Verenigde Staten als
een van de modernste landen van de we
reld, maar even over de zuidelijke gren
zen van dit onmetelijke land, in de bergen
van de Tarahumara-Indianen, begint de
twintigste eeuw slechts heel schuchter door
te dringen. Deze stam leeft in de Sierra
Madre in het noordelijkste deel van Mexi
co en de leden zijn verre familieleden van
de ons allen bekende, legendarische Win-
netou, de Apache. Zij bezitten nog veel van
zijn karaktertrekken, zoals zijn zwijgzaam
heid, en zijn vermogen om de ergste pij
nen, zonder met de ogen te knipperen, te
verdragen.
Winnetou zat meestal te paard, maar de
Tarahumara loopt. Tot 150 km per dag
legt hij af over de bergen en rotsen van
zijn land, zijn hele hebben en houden mee
dragend in een rode zakdoek. Waarom hij
zulke afstanden loopt? Dat weet hij niet.
Een onweerstaanbare drang dwingt hem
om zich om de zoveel tijd te verplaatsen,
zoekend naar iets dat hij niet kent. Hij en
zijn familie moeten echter ook eten en
daarom worden de reizen weieens enkele
maanden onderbroken om in zijn levenson
derhoud te kunnen voorzien. Het is een
geluk, dat in de Sierra onmetelijke dennen
bossen staan die weliswaar aan de stam
toebehoren, maar beheerd worden door de
Mexicaanse regering. Wat een Tarahumara
niet kan doen met een bijl is niet de moeite
van het leren waard. Met enkele slagen
velt hij de hoogste bomen, kapt er de
schors af, hakt de stam in gelijke stukken
van iets meer dan een meter, welke dan
rechthoekig worden afgewerkt, zodat de
spoorwegen de balken kunnen gebruiken
als dwarsliggers. De hoge stapels balken
die men overal langs de landwegen ziet
liggen, worden door oude vrachtwagens
weggehaald en gebracht naar een klein sta
tion, waar enkele keren per week een boe
mel de hele productie komt weghalen.
Wanneer deze trein vertrekt is onbekend,
evenals het tijdstip van aankomst.
Vroeger was de Tarahumara wreed en oor-
Twee Tarahumara kinderen. Op de ach
tergrond een hut, welke wordt gebruikt als
het gezin niet „wandelt" (op reis is).
11