De heren «I. Schuring (40) en
G.P. van Berkei (25) Jubileerden
p vrijdag 2 juni j.l. zijn de heren J.
J Schuring en G. P. van Berkel in on
ze Gijsbrechtkelder (de nieuwe naam van
onze ontvangkelder) gehuldigd in verband
met het feit, dat zij respectievelijk veertig
en vijfentwintig jaar in dienst waren.
Ir. R. van Marwijk Kooy sprak de jubi
larissen toe, waarbij hij begon op te mer
ken, dat een jubileum eigenlijk op dezelf
de wijze gevierd en herdacht moet wor
den als een groot familiefeest. „Alle fa
milieleden worden op die dag door de
gene die in het middelpunt staat, bij el
kaar gebracht. Op dit ogenblik zijn wij met
een aantal leden van de Amstelfamilie bij
elkaar. In deze kring moeten wij evenwel
een ogenblik stilstaan bij het grote ver
lies, dat de Amstel voor enkele dagen heeft
geleden door het overlijden van onze heer
Six van Hillegom. Bijna iedereen kende
de heer Six. Ik geloof, dat het niet in zijn
geest is, als we een dag als deze zouden
uitstellen en daarom heeft de directie be
sloten deze dag te laten doorgaan, weten
de dat hij het eigenlijk ook zo gewild zou
hebben."
De heer Van Marwijk Kooy vroeg enkele
ogenblikken stilte om jhr. Six van Hille
gom te herdenken.
De heer Schuring, de oudste jubilaris,
werd hierna als eerste toegesproken. Deze
was aanvankelijk schipper geweest en was
lange tijd ingeschakeld gebleven bij de
exportleveranties, tot hij dat werk om ge
zondheidsredenen niet meer mocht doen.
Er moest een oplossing gezocht worden en
een nieuwe werkkring werd gevondenin
het magazijn van de electricienswerkplaats.
Het was een bijzonder grote overschakeling
eerst zwerven op de kanalen en dan met
die kleine kabeltjes werken. „Maar je bent
erin geslaagd, Schuring, hoewel die over
schakeling veel van je gevraagd zal heb
ben. Ik hoop, dat je de resterende jaren je
werk op dezelfde gewaardeerde wijze zult
blijven doen." Aldus besloot de heer Van
Marwijk Kooy, die hierna een envelop met
inhoud overhandigde.
Tot de heer Van Berkel zei de heer Van
Marwijk Kooy, dat hij het eerst had ge
werkt in de bottelarij, maar „ik heb je
het best gekend, toen je in de filterkelder
werkte. Ik heb in je dossier een jeugdfoto
van je gevonden en die wilde ik aan je
dochter geven. Als je ze dan eens een
standje geeft, kan ze je die foto laten zien
om te bewijzen, dat jezelf ook jong bent
geweest. Nu ben je werkzaam op de lift,
dat gaat naar beneden en naar boven, maar
ik hoop, dat, na de lang niet gemakkelijke
jaren, die je achter de rug hebt, de vol
gende vijfentwintig jaar alleen maar naar
boven gaan voor jou". De heer Van Ber
kel ontving een horloge als aandenken.
Het woord was nu aan de heer A. G. ten
Brink, die de heer Schuring verblijdde met
de mededeling, dat het H. M. de Koningin
had behaagd hem de eremedaille in brons
te verlenen, verbonden aan de Orde van
Oranje-Nassau.
De heer Fokke voerde het woord als baas
van jubilaris Van Berkel en de heer Van
der Vliet deed dit als baas van jubilaris
Schuring; beiden lieten hun woorden ver
gezeld gaan door het aanbieden van een
geschenk namens de collega's.
Nadat de heer Beers de envelop van de ju
bileumcommissie had overhandigd, spraken
de jubilarissen hun dank uit voor de blij
ken van waardering en vriendschap.
De jubilarissen Schuring en Van
Berkel (links) tijdens de huldi
ging