Handschriftkunde
Geen zwarte kunst, maar een bar moeilijke wetenschap
„Ik geloof niet in die zwarte kunst, die
handschriftkunde. Hoe kan iemand nu uit
mijn handschrift zien wat voor mens ik
ben? Vandaag schrijf ik zo en morgen weer
anders..."
Laat mensen die zo spreken een briefje
lezen, dat door een vriend is geschreven
en tien tegen een herkennen ze het hand
schrift onmiddellijk. Ze erkennen daarmee,
dat het handschrift iets zeer persoonlijks
is, een kenmerk van de geest, dat men niet
van de ene dag op de andere kan ver
anderen.
„Maar toch schreef ik gisteren anders dan
vandaag", zegt u. Sterker, u schrijft 's mor
gens vroeg anders dan 's avonds laat; u
schrijft het briefje voor de melkboer an
ders dan het verzoekschrift aan de minis
ter. Uw geestesgesteldheid wisselt, maar
uw geest, uw karakter niet (tenminste niet
van de ene dag op de ander).
Wat doet de grafoloog, de handschrift
kundige, met uw handschrift?
Handschriftkunde is geen zwarte kunst en
de grafoloog is geen goochelaar, maar
iemand die na een grondige studie de
psychologie toepast op het handschrift en
zich daarbij laat leiden door een groot
aantal spelregels. Bar moeilijke wetenschap
staat boven dit artikel en inderdaad, grafo
logie is bar moeilijk, ingewikkeld en tijd
rovend. Het bestuderen van een handschrift
gebeurt niet van half negen tot half zes,
maar duurt zolang als de grafoloog wakker
is. Iemand die een handschrift goed be
studeert, komt voor zoveel raadsels te
staan en moet zoveel problemen doorden
ken en oplossen, zich zo inleven in de
persoon wiens handschrift hij onderzoekt,
dat hij vaak op een detective des geestes
lijkt. Het kleinste haakje of krulletje aan
een letter kan van belang zijn en de ont
dekking, dat een schriftbeeld niet zo maar
zo tot stand is gekomen, kan al het voor
afgaande werk van de grafoloog tevergeefs
doen zijn.
Het handschrift kan de diepste roerselen
van onze ziel registreren en onbewust voe
len vele mensen dit ook. Zij willen er
daarom, ook weer onbewust, iets aan doen
en remmen dan de spontaniteit van hun
schrift, b.v. door langzaam te gaan schrij
ven. Op dergelijke dingen is de grafoloog
bedacht en hij heeft geleerd langzaam van
vlug schrift te onderscheiden. Maar elk
langzaam schrift is nog geen bewijs van
geremde spontaniteit. Een oud moedertje,
dat nagenoeg nooit schrijft, zal de pen
met langzame bewegingen over het papier
laten gaan, omdat ze gewoonweg niet an
ders kan.
Het handschrift kan de diepste roerselen
van onze ziel registreren, maar dan moet
men ook kunnen schrijven, d.w.z. schrijf-
routine hebben, zonder nadenken weten
hoe de letters geschreven moeten worden,
hoe ze tot woorden aaneengerijd en hoe
deze gespeld moeten worden.
Dit voorbeeld maakt duidelijk, dat een
grafoloog graag wil weten wie het hand
schrift heeft geproduceerd. Hoe meer hij
van de schrijver weet, des te minder hoeft
hij te zoeken. Wat wil een grafoloog graag
weten voordat hij aan een handschrift be
gint? Bijvoorbeeld: is de schrijver man of
vrouw, jong of oud, waar is hij/zij op
school geweest (in Nederland of in het
buitenland). Waarom wil de grafoloog
weten of iemand jong of oud is? Omdat
het schrijfonderricht in de loop der jaren
veranderd is en de grafoloog dus wil zien
of de schrijver van zijn schoolse schrift is
afgeweken; is dat inderdaad in sterke mate
het geval, dan zal de grafoloog moeten
vaststellen waarom de schrijver dat heeft
gedaanvond hij zijn schoolvoorbeeld niet
mooi en is hij het z.i. mooier gaan doen
of heeft hij alleen maar een hekel aan
alles wat hem aan school herinnert enz.
U ziet, dat deze twee totaal verschillende
beweegredenen ook verschillende facetten
aan een karakter geven.
Dat informeren naar leeftijd heeft dezelfde
grond als het vragen naar de nationaliteit
van de school waar men schrijven heeft
geleerd. De Franse kinderen krijgen op
andere manier schrijfles dan de Neder
landse, de Fransen schrijven ook anders
dan de Nederlanders en de grafoloog die
Nederlands schrift onder ogen krijgt dat
op zijn Frans geschreven is, zal dus vra
gen: heeft u zo leren schrijven of heeft u
zich dat aangeleerd (b.v. omdat u zo van
Frankrijk houdt).
Wanneer de verkoper in een pianozaak
drie hoge tonen aanslaat en dan verwacht,
dat u hieraan maar genoeg moet hebben
bij het vormen van uw besluit om die
piano te kopen, zult u even raar opkijken
13