Drie onderzoekers gaven wat te denken
Oplossing
Deze drie onderzoekers hebben velen te
denken gegeven, maar het is met plezier
gedaan. Dat hebben wij althans kunnen
constateren, want de oplossingen waren
vaak versierd met tekeningen en aangevuld
met opmerkingen. Ook waren er ditmaal
vele nieuwe puzzelaars, die blijkbaar deze
nieuwe spijs van harte toejuichten.
Vraag onder een oplossing: waarom die
lege blikken nog meegeteld, is dat soms
voor het statiegeld
AntwoordLaat niet als dank na 't zetten
van de strikken,
De eigenaar van 't woud de
lege voedselblikken.
(Overigens is het statiegeld van expeditie-
voedselblikken inderdaad aanzienlijk.)
Iedere zichzelf respecterende expeditie
heeft touwen bij zich, schrijft een ander,
waarom dan de lege boot niet met een
touw terugtrekken over de rivier?
Wij stellen voor, dat deze geachte inzender
dit eens repeteert aan de oever van het IJ,
een rustig watertje in vergelijking met een
turbulente oerwoudrivier.
En nu de prijswinnaars. De heren J. IJ.
Koudenburg, B. Selhorst en C. Verhaar
ontvangen een reiswekker (met een heel
bescheiden Amstelmerkje). De minder for
tuinlijke inzenders hopen wij een andere
keer gelukkig te kunnen maken.
1. De zesde, de heer Roel, is ouder dan de vader van de geoloog en heeft een zoon,
aan wie de vogelkundige een geschenk heeft gegeven. Hij kan dus alleen de vader
van de plantkundige zijn, die dus Roel heet. Als de vogelkundige nu niet meer Roel
kan heten en ook niet Bont, omdat hij immers van de heer Bont jr iets gewonnen heeft,
kan hij dus alleen maar Kraag heten. Dan heet de geoloog vanzelfsprekend Bont.
2. Ieder moet hetzelfde aantal blikken hebben. Dat kan alleen zo:
de eerste ontvangt 2 volle 3 halfvolle 2 lege
de tweede ontvangt 2 3 2
de derde ontvangt 3 1 3
of zo
de eerste ontvangt 3 1 3
de tweede ontvangt 3 1 3
de derde ontvangt 1 5 1
Alle andere oplossingen zijn fout.
3- De overtocht werd als volgt gedaan:
Twee inboorlingen naar de overkant: een inboorling terug.
Twee inboorlingen naar de overkant: een inboorling terug.
Twee geleerden naar de overkant: een geleerde en een inboorling terug.
Twee geleerden naar de overkant: een inboorling terug.
Twee inboorlingen naar de overkant: een inboorling terug.
Twee inboorlingen naar de overkant.
of zo
Een geleerde en een inboorling naar de overkant: een geleerde terug.
Twee inboorlingen naar de overkant: een inboorling terug.
Twee geleerden naar de overkant: een geleerde en een inboorling terug.
Twee geleerden naar de overkant: een inboorling terug.
Twee inboorlingen naar de overkant: een geleerde terug.
Een inboorling en een geleerde naar de overkant.
Het begin en het eind van deze oplossingen kunnen ook verwisseld worden. Bij alle
andere oplossingen zal blijken, dat op een gegeven ogenblik de inboorlingen groter in
aantal zijn dan de blanken.
15