m - -4É
Herinneringen van een oudgediende (Slot)
Liedertafel
ïfeTMPÜSJ
Waar nu de elektrische werkplaats is,
was toen de afdeling tropenbier ge
vestigd. De ijzeren fusten werden
daar schoongemaakt, nagezien en opnieuw
in de moffeloven gelakkeerd. De daar
boven gelegen machinekamer bevond zich
maar voor de helft onder de hoge over
kapping van tegenwoordig en vooral 's zo
mers als het warm was en alle machines
in dienst waren, was het daar gloeiend
heet.
Machine III was in aanbouw. Het was
een produkt van de Atlasfabrieken in Ko
penhagen en vertoonde tijdens het proef
draaien ernstige gebreken. Na lang dok
teren werd deze machine door de firma
Sulzer verbouwd en van die tijd af heeft
zij steeds gedaan wat er van verlangd kon
worden, en soms wel meer.
Op de plaats van het tegenwoordige loon-
bureau bevond zich toen het schaftlokaal.
Er stonden lange houten tafels en banken,
heel wat anders dan het tegenwoordige
schaftlokaal met zijn tafels, stoelen en
kantine. Wij hadden toen tussen de mid
dag anderhalf uur schafttijd. Vooral de
ploeg uit de kelders lag dan na het nut
tigen van hun boterham al heel spoedig
languit op de banken. Met de klompschoe
nen als hoofdkussen, waren ze in een
minimum van tijd in het land der dromen.
Aan de wand hing de grote prijzenkast
van de liedertafel „Amstels Werkman",
gevuld met prachtige bekers en lauwertak
ken. Hoewel de naam het zou doen ver
moeden was het geen zangvereniging spe
ciaal voor onze brouwerijmensen, maar
toch waren enkelen van ons hiervan lid,
o.a. de heren Kuyvenhoven Sr., Arie Post
de wagenmaker, Jan van Veen, bankwerker
en ondergetekende. Elke maandagavond
repeteerden wij en voor de aanvang tapte
de oude Van Dijk, de hulpportier, dan
een heerlijk vaatje Amstel, en waarschijn
lijk daardoor zongen wij zo mooi en met
zoveel élan, dat de voorbijgangers op de
Mauritskade stonden te luisteren.
Eén van de werken die wij instudeerden
was „Hollands Bruid" van H. J. den Her
tog en zo kon het gebeuren, dat als je in
de oude smederij kwam, je de hoge tenor
van Jan van Veen hoorde, die uit volle
borst het slot van dit werk: „De bruigom
is de lentezon en Holland is de bruid",
Klaar om uit te rijden. Kwart voor acht op een zomermorgen in 1923 staat een groot
deel van het wagenpark gereed voor de dagtaak. Geheel links is de portiersloge.
10