De
lift
Het hoofdkantoor bestond al ongeveer
vijfentwintig jaar toen de lift kwam.
Natuurlijk was bij de opzet rekening
gehouden, dat er op de duur een lift zou
komen. Het gebouw was van een dus
danige importantie, dat een lift er niet
aan mocht mankeren. Maar de omstandig
heden vroegen er in het begin niet om.
Het gebouw was maar tot de helft van de
eerste verdieping bezet, meer was niet
nodig. Toen kwam het tijdperk van de
specialisatie. Economen, statistici, consulen
ten op het gebied der reclame kwamen
het personeel uitbreiden. Er moest dus
meer ruimte komen en er kwam meer
ruimte. De keuken verhuisde naar de der
de verdieping en op de opengekomen
plaats kwam het archief. De holte boven
de eerste werd omgetoverd in kantoor
lokaliteit en er kwam een nieuwe lunch
ruimte voor het personeel van het hoofd
kantoor. Toen werd het gebouw, dat maar
drie verdiepingen hoog is, ineens té hoog
en er kwam een lift. Een uitkomst voor de
ouderen, maar omdat de mens veel ouder
wordt dan vroeger, voelden de ouderen
zich nog jong genoeg om het zonder lift
te doen en de jongeren maakten zich er
dan ook dankbaar meester van, evenals de
dames uit de koffiekamer. En terecht. Het
is veel gemakkelijker zware koffieketels
met de lift naar de verdiepingen te bren
gen, dan via de trappen.
De lift is er dus, maar zijn we er gelukkig
mee? Gaat alles nu veel sneller en wordt
er dus tijd bespaard? We kunnen er moei
lijk gelukkig mee zijn, want deze met veel
hoera begroete lift wekt maar al te vaak
de ergernis op. Vooral in het begin. Als
je op de parterre op de knop had gedrukt
en stond te wachten op de lift, die je naar
omhoog zou brengen, dan zag je hem langs
je heen gaan naar de kelder, met een pas
sagier die glunderend door de „patrijs
poort" keek en nog maar net het gebaar
van een lange neus trekken achterwege
liet. Dikwijls kwam de lift dan weer terug
met een ander, die glimlachend langs je
heen schoof, omdat hij niet op de parterre
moest zijn. Dan rolde een minder parle
mentaire opmerking over je lippen en be
steeg je in arren moede dan maar de trap
pen. Het schijnt dat ook hoger geplaatst
personeel, dit nare, dit teleurstellende wei
eens had ondervonden, want het systeem
werd veranderd. Een soort voorkeursysteem.
Wie het eerst komt, het eerst maalt. Nu
gebeurt het, dat, wanneer je in een lege
lift stapt, de deur hebt gesloten en op de
knop voor een lagere verdieping hebt ge
drukt, de lift tot je verbazing en ergernis
omhoogschietDe juffrouw op de derde
verdieping had eerder gedrukt! Wanneer
je het kalmaan kan doen, geeft het niet zo,
maar als je iets haastigs hebt te verrichten,
kan het een lelijke tegenslag betekenen.
Afgezien nog van het verlies aan tijd. Nee,
dit soort lift is geen verbetering; hij kost
tijd en dus geld en wekt ergernis. Dit
schijnt de lift zelf ook al in te zien, want
de laatste tijd geeft hij er nogal veelvuldig
de brui aan. Wanneer dat dan in de och
tenduren voorkomt, dan blijft het perso
neel op de lager gelegen verdiepingen
verstoken van een kop koffie: de lift is
immers defect en de ketel is zo zwaar...
Ook heb ik eens het onprettige opgesloten
zijn in een plotseling defect geraakte lift
meegemaakt. Het duurde niet lang, twintig
minuten slechts, maar het scheen een
mensenleeftijd. Visioenen van het leven in
de mijnen, onderzeeërs en gevangenissen
gleden langs mijn geestesoog en een de
fecte lift tussen twee verdiepingen leek
mij de beste schuilplaats in de op komst
zijnde derde, al vernietigende, wereldoorlog,
waarvoor volgens It.-generaal Mathon van
de Generale Staf, de bonkaarten al gedrukt
gereed liggen
Nee, dit soort lift is geen verbetering.
Elke nieuwe verandering zal weer op an
dere bezwaren stuiten. Laten we dus de
raad opvolgen van gerenommeerde geleer
den, die onweerlegbaar hebben aangetoond,
dat het hart van de mens vijfmaal meer te
lijden heeft van trappen oplopen, dan van
trappen afdalen. Laten we de lift alleen
maar gebruiken in opgaande beweging. En
bent u boven aangekomen, stuurt hem dan,
door op de parterreknop te drukken, weer
naar beneden.
Bk
6