De laatste kerstboom
[I-P" !i'
ÏVPIR Hf OfV
Wij hebben onze kerstboom
weggedaan. Eindelijk. Ja, vindt
u ook niet, dat het tijd werd?
Met aan zekerheid grenzende
waarschijnlijkheid is het de laat
ste kerstboom van dit jaar.
Daarom kan er best iets over geschreven
worden; over de laatste tram en het laat
ste bedrijf is al zoveel geschreven.
Maandenlang heeft de kerstboom in onze
kamer gestaan. Zijn naalden zijn lang
zamerhand alle in de stofzuiger verdwenen,
maar de boom zelf bleef staan en wij zijn
aan hem gaan hechten. Wij hadden er
natuurlijk al veel aan gehechtkerstkrans
jes en engelenhaar en kaarsjes.
Het benieuwt u misschien of alles bleef
hangen, ondanks het vallen van de naal
den. Welnu, dat is inderdaad het geval:
alle versierselen blijven in een naaldloze
boom gewoon hangen. In dit verband kun
nen we ook spreken van een ontnaalde
boom, maar nooit van een ontluisterde
boom, want de naalden zijn niet nood
zakelijk voor de versiering. Wel hebben zij
een taak bij het verwekken van de speciale
geur, die ontstaat wanneer ze in aanraking
komen met de kaarsvlam.
Verder hebben wij kunnen vaststellen, dat
een naaldloze boom energiebesparend
werkt. Weet u nog, hoe u zich moest rek
ken om te zien wie er achter de boom zat?
Dat is bij een ontnaalde boom niet nodig:
u kijkt gewoon door de takken heen en
ook kunt u onmiddellijk zien of alle kaars
jes branden of soms moeten worden ver
vangen. Dat zijn de prettige kanten van
een vergevorderde kerstboom. Minder pret
tig is, dat hij moet worden natgehouden.
Zijn kurkdroge takken en twijgen vormen
voor de kaarsvlammen een prooi die nau
welijks te redden is. Steeds knepen we er
een spons boven uit en de brandverzeke
ring nam ondanks een kleine premiever
hoging genoegen met de situatie. Door het
druipen sisten de kaarsen genoeglijk en
we wilden anderen in dat genoegen laten
delen.
„Kom vanavond eens aan, de boom
brandt", zeiden wij soms tegen vrienden.
„Welke boom?" vroegen ze dan.
Merkwaardig, hoe slecht het geheugen van
de mensen is. Vraag je iets dergelijks in
de eerste dagen van januari, dan antwoor
den ze: „Leuk, staat-ie nog?"
Vraag je het in de buurt van vijftien de
cember, dan hoor je: „Hé, staat-ie al?"
Maar kom je ermee in mei, dan verklaren
of veinzen ze niet te weten waarover je
het hebt. Welke boom?! Alsof er weieens
andere bomen in huiskamers branden dan
kerstbomen.
Met Pasen hebben wij hem in verse aarde
gezet en er paaseieren in gehangen. Op
zijn paasbest wees hij met zijn kale tak-
kenvingers naar alle richtingen. Hoe aar
dig ook, hij wordt een handenbinder
steeds afstoffen, want door het begieten
hecht het stof zich gemakkelijk aan de
takken en ook spinrag moet verwijderd
worden.
Nu is hij dan weg. Kortgeleden snoven
wij op de Veluwe de geur in van verse
sparren en die geur bleef ons bij toen we
weer oog in tak stonden met onze boom.
De vuilnisman heeft grote ogen opgezet.
Zijn maat en hij hebben perplex gestaan
en hem toen hoofdschuddend aan de kar
gebonden. Wij waren toch wel een beetje
treurig. Maar ach, over enkele maanden
komt er een verse.
Nou ja, u hoeft er niet triest om te wor
den, 't is maar een verhaaltje. En als ze
weer te koop zijn, doet u weer mee.
Zullen we eens kijken, wie hem volgend
jaar het laatst wegdoet?
De W.
««Tic»
'mMi£
Op het café-restaurant 't Heerenhek, Hout
plein hoek Tempelierstraat te Haarlem is
een reusachtige Amstellichtreclame ge
plaatst. In twee gedeelten is het gevaarte
erheen gebracht door Super-Neon. De af
beelding toont het bovenste stuk op weg
naar het Houtplein.
Het is juister te spreken van lichtreclame
dan van neon; het neongas geeft uitslui
tend rood licht; strikt genomen kan men
dus niet spreken van b.v. groen neonlicht.
5