spongat bevat een zware ijzeren sponring,
waarmee de tapper na het vullen het vat
sluit en die hij goed vastschroeft in het
spongat. Bekijken we die ring nader, dan
zien we, dat er in de onderkant een rubber
spondop geperst is. In de holle bovenkant
van de sponring (dus vlak boven de rub
ber dop) past de onderkant van het aan-
steekhuis. Nadat het spongat met water is
schoongemaakt, zetten we het aansteekhuis
in de sponring en draaien dit met de on
derste vleugelmoer vast. Door het draaien
aan de vleugelmoer wordt namelijk een
rubberring samengedrukt, deze zet uit en
klemt zo het aansteekhuis in de sponring
vast.
Andere attributen
De onderdelen van het aansteekhuis zijn
op de foto links boven afgebeeld. Het
dient om de standpijp goed vast te houden
en heeft tevens een aansluiting voor de
koolzuurtoevoer.
Hierna nemen we de standpijp (onder het
aansteekhuis afgebeeld) en steken deze in
het aansteekhuis tot hij op de rubber spon
dop komt te rusten. Nu wordt de bovenste
vleugelmoer van het aansteekhuis aange
draaid en een rubber ring zet ditmaal naar
binnen uit, waardoor de standpijp wordt
vastgeklemd, net voldoende om een stroef
op- en neerglijden van de standpijp toe
te laten. Voorzichtig drukken we de stand
pijp nu naar beneden, hierdoor wordt de
rubber dop uit de sponring geperst en komt
dus in het bier terecht. De standpijp eindigt
aan de onderkant in een plastic dopje met
een geperforeerde wand en dit dopje komt
tenslotte op de bodem van het vat te staan.
Het bier kan dus door de gaatjes de stand
pijp binnenkomen.
Het bier zou nu door de standpijp het vat
kunnen verlaten, maar de standpijp is van
boven afgesloten met een kraantje. Zoals
gezegd, dient het aansteekhuis niet alleen
voor het vasthouden van de standpijp,
maar ook voor het toelaten van het kool
zuur. Door de koolzuurslang, die aan de
cylinder bevestigd is, te koppelen aan het
aansteekhuis kunnen we het bier met het
koolzuur onder druk zetten. Het gas loopt
dus door het aansteekhuis, derhalve niet
door de standpijp, in het vat en drukt daar
bovenop het bier, dat zodoende via de
standpijp uit het vat wordt gedreven. We
houden de kraan van het ventiel nog even
dicht, want eerst moet door middel van
het taparmpje de standpijp aan de bier
leiding worden gekoppeld. Nu pas kan het
koolzuur worden toegelaten en de stand
pijpkraan worden opengedraaid. Tappen
maarAls het goed is, tapt men in de
eerste twee glazen voornamelijk schuim,
terwijl het derde glas een normaal biertje
moet opleveren.
Natuurlijk is de kans op lekkage in de
bierkelder vrij groot met zoveel aanslui
tingen en de man, die het fust aanslaat
moet dus altijd letten op de toestand van
de diverse rubberringen, die het lekken
bij koppelingen moeten voorkomen, want
anders kan dood of schraal bier het gevolg
zijn.
Tappen maar!
Op de foto zijn tenslotte nog te zien
boven de standpijp een tapbochtje, waar
mee direct uit het vat kan worden getapt;
een wisser voor het reinigen van de stand
pijp en van het aansteekhuis (wat zeer
belangrijk is); naast het Amstelgebaar
twee bierspanen (afschuimers) en op de
koelkast een glas waarin een thermometer
steekt (bier moet getapt worden op een
temperatuur van 6 tot 9 gr. C.). Daar
naast een Belgisch bierzuiltje met een
Duitse kraan en geheel rechts een Bel
gische tapkraan.
In de koelkast ligt de bierleiding, horizon
taal spiraalsgewijs in een water- of pekel-
bad, dat elektrisch of door middel van ijs
wordt gekoeld.
Onder de koelkast is een assortiment rubber
en fiber ringen te zien, bestemd voor de
koppelingen.
Van groot belang bij het inrichten van een
bierkelder is de stand van de taparm en
de metalen bierleiding: deze moet name
lijk direct omhoog lopen, dus zonder boch
ten, waarin het bier kan blijven staan. Op
de foto komt dit niet tot uiting, aangezien
er bij deze opstelling geen ruimte was om
de koeling hoger te zetten. Bochten in de
koolzuurleiding kunnen geen kwaad. Een
belangrijk punt is nog, dat het bier
's nachts onder druk moet blijven staan,
teneinde te voorkomen, dat het natuurlijke
koolzuur uit het bier ontsnapt.
H. P. J. Stravers
70 JAAR HOCKEY IN NEDERLAND
In 1891 werd het hockeyspel in Nederland
geïntroduceerd door de heer W. J. H.
Muiier en aangezien er betrekkelijk veel
Amstelmensen deze sport zacht gezegd
een goed hart toedragen, meenden wij
er goed aan te doen deze zeventigjarige
mijlpaal in herinnering te brengen.
Zou de bond, die in 1898 ontstond, het
jaartal 1891 voor ogen hebben gehad, toen
zij de lengte van de zijlijn dus de leng
te van het speelveld op 91 meter stelde?
4