voor gezamenlijke rekening een ijsbreker
om de vaart voor de waterschuiten open
te houden. De schaatsenrijders zagen in
deze ijsbreker geen spelbreker, zoals de
afbeelding bewijst! Integendeel, de ijs
breker trok enorme belangstelling, ook op
de wal. Tijdens een bijzonder strenge win
ter noteerde Jacob Bicker Raije op een
januaridag van 1740 in zijn dagboek, dat
de jonge Hendrik de Veer door langdurig
kijken naar de ijsbreker op de Amstel zo
door de koude bevangen werd, dat zijn
ingewanden verstopt werden en hij de
andere dag stierf
De hierbij gereproduceerde gravure „Win
tervreugde op den Amstel" van Tieleman
van der Horst uit het midden der acht
tiende eeuw geeft van de ijsbreker de vol
gende beschrijving
De Ysbreeker word gebruikt om by be
sloten water des winters door het ys
een slop te maken van de Stad Am-
steldam af tot aan de stad Weesp toe,
en dus de vaart te openen voor de
waterschuiten tot het halen van Vars
water uit de rivier De Vecht, zo tot
het gebruik van de Brouwers als van
de andere ingezetenen dier stad. Deze
Ysbreeker is in den jare 1696 gebouwd
ten kosten der gezamentlyke Brouwers
van Amsteldam die hem ook nog in
eigendom hebbenhy word bevaren
door eenen Schipper en vyf Knechts;
zyne werking is, dat hy door kracht
van paarden tegen of op het ys gehaald
wordende door zyne zeven met yzer
beslagen Steven het ys ter breedte van
het slop in zes stroken snyd, dewelke
door des Ysbreekers voortgang tegen
deszelfs boeg, die tusschen de Steven
ook met yzer beslagen is, stuitende en
daardoor benedenwaarts gedrukt wor
dende, doorgaans afbreeken en dus het
gebroken ys, onder den Ysbreeker henen
dryvende, agter denzelven in langwer
pige stukken wederom op komt. Om
dezen Ysbreeker te konnen bestuuren,
is dezelve agter met een roer, gelyk
gewone vaartuigen, voorzien, waardoor
hy als de bogten, die gemaakt moeten
worden, niet te groot zyn, of als het
ys niet al te zwaar is, zeer wel kan
worden bestuurd, zynde, om hem ge
noegzaam stuurlastig te maken, in zyn
agter-onder omtrent 19000 pond bal
last geplaatst; maar als de bogten groot
gemaakt moeten worden, of dat het ys
zwaar is, dan vermag het roer alleen
hem niet te stuuren, maar dan worden
tot dat einde de trossen of touwen,
waaraan de paarden denzelven voort
trekken, door taliebloks, die aan weder-
zyden vooraan op denzelven zyn, aan-
getaliet, naar die zyde, daar men ze
begeert te hebben, waardoor het volk
op den Ysbreeker in staat is, om hem
behoorlyk te bestuuren. De Trossen,
waaraan de paarden trekken, worden
op den wal gemeenlyk door agt man,
die men Troslopers noemt, bered, dog
waartoe minder of meerder manschap
gebruikt word, naar mate dat men 1,
2, 3 of meerder trossen gebruikt; deze
troslopers moeten oppassen dat de
trossen niet onder het ys, nog langs
den kant van de wallen agter eenige
paaltjes en daar omtrent leggende
vaartuigen vastraken, of indien zulks
gebeurd, moeten zy ze opligten en
daarover heen werpen.
Deze Ysbreeker word by open water
onder eenen der afgeschoten bogen van
de hoge steene Amstelbrug bewaard,
waartoe de Stad de plaats vergund, en
is onder het opzigt van drie Commis
sarissen gesteld, die gedurende het
open water, zo aan den Ysbreeker, als
aan deszelfs gereedschappen, alle de
nodige reparatiën ten kosten van de
gezamentlyke Brouwers der stad Am
steldam laten doen.
Bovengenoemde ijsbreker had reeds een
voorganger: op 21 november 1651 sloten
tien brouwers een overeenkomst met een
aannemer om de ijsbreker met paarden te
trekken. Waarschijnlijk was dit contract
het eerste gemeenschappelijke optreden
van de Amsterdamse brouwersAls het
ijs al te dik werd zoals in de winters
van 1687, 1740, 1763 en 1783 nam
men zijn toevlucht tot het openbijten en
zagen van de gehele vaarweg tussen Am
sterdam en Weesp. Het water werd voor
arme mensen in zulke dagen onbetaalbaar.
Het gebruik van gesmolten ijs uit de
grachten maakte dan vele slachtoffers. Na
dat de brouwers hun ijsbreker 7 november
1786 aan de stad hadden overgedragen,
raakte dit werktuig vrij spoedig in onbruik.
De geschiedschrijver C. van der Vijver
verhaalt in 1844 dat men „tegenwoordig"
alleen nog het bijten en zagen toepast.
Aan alle gezellige drukte der vanouds
nieuwsgierige Amsterdammers rond de
stoere ijsbreker herinnerde tot 1942 aan
de Weesperzijde 23 de eeuwenoude zij
het meermalen vernieuwde herberg
„d'IJsbreker". Men vindt er thans... de
Prijsbreker
L. C. Schade van Westrum
10