Brouwen is een kunst Zoals gezegdreinheid is een van de eerste geboden in de legerkelder. Zodra een tank leeg is wordt deze dan ook zeer grondig gereinigd. Door een klein gat (Duits: Schlupfloch) gaat een man naar binnen, die „waterdicht" is aan gekleed. Hij voert een waterkanon mee en spuit de binnenwand van de tank goed schoon. Deze bezigheid noemt men sloe pen (een woord dat verband houdt met het Duitse Schlupf). De waterstraal heeft een kracht van veertig atmosfeer en dat is voldoende om het weerbarstig- ste vuil zonder borstelen te verwijderen. Het vuil in dat verband bestaat uit gistresten, geoxydeerde harde deeltjes (hop-eiwitverbindingen b.v.) en biersteen. Pas wanneer de tank goed schoon is, kan hij opnieuw gevuld worden. Als men nu weet, dat er een zeshonderd tanks in onze kelder zijn en dat er kilometers slang gehan teerd moeteft worden, dan kan men begrijpen, dat er werk te doen is. De heer Van Leeuwen vertelde ons, dat er binnenkort ruimte komt voor een extra 45.000 hl. Honderdtachtig duizend hl bier zullen onze kelders dan kunnen bevatten. Dat wil zeg gen dat daarvan 72.000.000 glazen bier getapt kunnen worden. En met dit getal voor ogen zijn wij naar ty een andere kelder gegaan, de ont- vangkelder, en hebben onze tapper Kool gevraagd hoeveel glazen hij in een uur kon tappen. Hij bleek over een glas twee seconden te doen en na enig gereken kwam vast te staan, dat als hij onze legerkelder in glazen zou moeten leegtappen, hij zeven jaar dag in dag uit aan het werk zou moeten blijven. De rondgang door onze imposante kelders heeft ons wel de juistheid van het spreekwoord bewezen, dat zegtEen goede kelder bouwen is reeds half goed bier gebrouwen. Brouwen en bakken lukt niet altijd. Dit is een zeer oude wijsheid, die in aller lei talen en bij vele volken voorkomt. Het bereiden van een brouwsel en een baksel hing vroeger in groten mate af van geluk, want men moest toen met primitieve werk tuigen omgaan en proefondervindelijke methoden toepassen. Reeds in 1917 heeft een Duitse arts, dr. Bücking zich in zijn boek over medische en fysische verklarin gen van Duitse spreekwoorden als volgt op deze spreekwijze bezonnen„Bij het brouwen komt het aan op de kwaliteit van de gebruikte graansoort, de weektijd, het kiemen, de hoeveelheid, het water, de gisting, alsmede de weersomstandigheden, die een bespoedigende of een vertragende en zelfs een bederfelijke invloed kunnen hebben, de gesteldheid en de reinheid van het vaatwerk en de bekwaamheid van de brouwmeester; zelfs het haksel van het dikwijls voorhanden zijnde kruid, kan, hoe wel het niet schadelijk is, het bier toch een aparte smaak geven. Oorzaken te over die even zovele veranderingen en zelfs het mislukken van het bier tengevolge kunnen hebben. In de stad Mörs is het spreek woord verder ontwikkeld en heeft een ge heel nieuwe vorm en betekenis gekregen: Wie niet bakt en brouwt, mislukt ook niets. Wie gevaren mijdt, is altijd aan de veilige kant. Nog in het begin van de vorige eeuw werd het in vakkringen een prachtige prestatie genoemd als van de tien brouwsels zeven tot een goed produkt leidden. En zelfs tegenwoordig kan, ondanks de grote tech nische vooruitgang en voorzieningen, een brouwsel mislukken. 4

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1961 | | pagina 6