O
Houten Pullen
1 1
m
door G. W. Hardeveld Kleuver jr.
Dit artikel over de houten bierpullen in mijn verzameling zou ik gaarne beginnen met
een samenvatting van de in 1890 verschenen publikatie van dr. W. Schultze te Wenen.
Schultze stelde in deze in brouwerijkringen zeer veel opzien barende beschouwing
een waarderingsschaal op voor bierpullen, waarmee hij als het ware keurt.
BIER DRINKEN IS:
GOED: uit van deksels voorziene, met zout geglazuurde aardewerkpullen; van lood-
glazuur voorziene pullen moet men weigeren.
BETER: uit van deksels voorziene tinnen pullen; uit houten gepekte van deksels
voorziene pullen.
HET BESTE: uit van deksels voorziene, van binnen vergulde zilveren pullen.
SLECHT: uit loodvrije, geblazen, hardglazen pullen.
SLECHTER, uit loodvrije, geperste, zachtglazen pullen.
HET SLECHTST: uit loodhoudende, geperste of geblazen glazen pullen; porseleinen
pullen kunnen zelfs al komen ze uit Meissnerfabrieken niet gebruikt
worden.
Wanneer wij de geschiedenis der bierpullen
nagaan en ongemerkt weer op Anggerèk
terugvallen (want reeds in die tijd beschik
te de ijverige huisvrouwen over de grote
houten vaten, waarin het deeg bedierf en
onder het wakend oog van onze bierpul
moeder het bier ontstond) en wanneer
men niet beschikte over de noodzakelijke
schedel van een overwonnen vijand moest
men wel drinken uit een klein model vat,
hetgeen we dan toch zeker wel het begin
van de houten bierpul mogen noemen.
Deze primitieve pullen waren natuurlijk
niet zo maar te gebruiken, daar de vloei
stof in het hout binnendringt en deze
pullen daardoor moeilijk schoon te houden
zijn. Om ze toch voor ons doel geschikt
te maken moesten ze van hars voorzien
worden of van binnen met pek bestreken
worden. Door de eeuwen heen is dit soort
pullen een ernstige concurrent geweest voor
de grijze geglazuurde aardewerk pul en dat
vooral de kuipers in de vele brouwerijen
hiervan grote voorvechters waren is niet zo
verwonderlijk, wanneer men bedenkt, dat
de brouwer zijn bier in grote kuipen ver
zamelde, dan in grote gepekte vaten
lagerde en tenslotte na de rijping in kleine,
eveneens gepekte houten vaten aan de her
bergiers toezond. Een opmerkelijk ver
schijnsel hierbij is, dat de brouwers door de
eeuwen heen deze houten voorwerpen niet
wisten te vervangen door iets beters; en
terecht, volgens onze kenner, dr. Schultze.
Men zegt dan ook over het verschijnen
van steeds weer nieuwe houten drinkpul-
len, dat ze een voortzetting zijn van de
gepekte biertransportvaten, met als voorop
gezet doel te komen tot een handelbaar
biervat, dat van een bewegende deksel
Houten
Pitsche j
uit Münt hen Mé
begin 18 de
eeuw j J
g-
werd voorzien; een logische voortzetting
dus in de houten rij
KUIP LAGERVAT TRANSPORT-
VAT BIERPUL.
De kuipers noemden de door hun gilde
gebruikte pullen SCHIMMELN terwijl de
brouwers ze BITSCHEN noemden; deze
houten pullen voorzien van koperen en
messing ringen en voorzien van een tinnen
deksel waren van binnen met pek bestre
ken. Ze waren meestal van kunstig hout
snijwerk voorzien en bewerkt met talrijke
spreuken, die een afspiegeling waren van
het leven van de bezitter. Maar ik wil het
20