lopen. Mijn koelschip. Ha, ha. Tegen de
middag stond ik op en joeg mijn vloeistof
door een waterslang langs het koellichaam
van de ijskast. Dat klinkt misschien inge
wikkeld voor een leek, maar het werkte
goed. Mijn oudste zoon had de vorige dag
de gangkast ontsmet, zich nauwkeurig ge
wassen en was aan de reinkultuur begon
nen. Ja, mijn dienstrooster klopte aardig.
Al spoedig had hij een fluitketel vol
moeder- en dochtercellen en toen ik mijn
koeling voltooid had wilde hij net de gist
in de badkuip gieten. Ik riepOndergis
ting, Jan. O ja, zei hij, dan moet jij eerst.
Vergisten is menselijk. Toch vonden we
het jammer, dat we negen dagen niet in
het bad konden. We hebben een koude bad
kamer al zeg ik het zelf, dus we gaan altijd
met tegenzin in bad. Nu was het fijn,
want we hadden de juiste gistingstempe-
ratuur..."
„Bent u al die tijd niet naar het werk
geweest?" vroegen wij vrijmoedig.
„Ik heb een paar snipperdagen genomen,"
zei hij, „snip-per-dagen!" Hij lachte har
telijk. „Toen de gisting was begonnen, ben
ik weer aan het werk gegaan. Ik zag in
iedereen een collega. Ik gaf een sigaartje
weg in de mouterij, klopte een brouwer op
de schouder en als ze dan vroegen waar
aan ze dat te danken hadden, zei ik ge
woon we zijn toch collega's, kerel. Ze
keken dan wel vreemd, maar dat kan ook
door die pretlichtjes in mijn ogen gekomen
zijn. Na negen dagen, vond ik het welletjes
en ging mijn jongbier de legertank in..."
„Waar haalde u een legertank vandaan?"
was onze verbaasde vraag.
„Die brouwersuitrusting zit verpakt in een
legertank, heel handig..."
Er werd op de deur geklopt en een man
met ernstig gezicht trad binnen. Hij liep
op onze amateur-brouwer toe en legde een
hand op zijn schouder. „Hoe lang duurt
het brouwproces vroeg hij somber. De
bezoeker verbleekte„Bent u van de
accijnzen?" De ander knikte: „En ik kom
ook namens de Drankwet en het Vesti-
gingsbesluit Kleinbedrijf en de Vereniging
van Brouwers, het CBK (het echte), de
Arbeidsinspectie en de Hinderwet... Dat
wordt een langer proces dan het brouw
proces, vrees ik."
Toen begon de huisbrouwer zachtjes te
snikken„En ik heb alleen maar bier en
niet eens een advokaat."
Deze vrolijke groep KLM'ers van de Dienst
Passagiersverzorging heeft zich geschaard
om onze heer Peters en betuigt zijn blijd
schap over de even tevoren ontvangen
ridderslag. Als kanselier van de Ordre
du Chevaliers de la Bière Amstel had de
heer Peters hun de ridderslag gegeven.
Deze plechtigheid, welke op woensdag 18
januari plaatsvond in onze ontvangkelder,
werd tevens bijgewoond door de heer
S. O. Kuneman, onderdirecteur van de
KLM en de medewerkers van de Dienst
Passagiersverzorging die reeds eerder cheva
lier waren geworden. Onze directeur, mr.
J. M. Elink Schuurman had deze geanimeer
de bijeenkomst met enkele lovende wel
komstwoorden geopend.