De heer Nieuwendijk aan stoot; arbiter Wilders (midden) en zijn tegenspeler, de heer
Jager kijken toe.
bij de prijzen. Deze bestonden uit een
grote wisselbeker met als persoonlijke prijs
voor de winnaar een legpenning; voor de
tweede prijswinnaar was er een kleine
beker en voor de derde een legpenning.
Zowel in poule B als in Poule D was een
speler verhinderd te komen, zodat de spe
lers van deze poules eerder tot een resul
taat kwamen.
Tegen zes uur waren nagenoeg alle partijen
van de voorronde gespeeld. Het was een
zware kluif geweest, waarbij zo ongemerkt
ettelijke kilometers rond de tafels is ge
lopen. De lijst met uitslagen op de organi
satietafel was langzamerhand volgeschre
ven met kleine cijfertjes, die een beeld
gaven van de kleine of grote vaardigheid
waarmee de collega's de keu hadden ge
hanteerd en elkaar hadden bekampt.
Even na zessen kwam het verlossende
woord: aan tafel, maar dan de dinertafel.
Op de tweede verdieping werd gezamenlijk
gegeten om krachten op te doen voor de
halve en de hele finale; voor enkele col
lega's moest de grote krachttoer namelijk
nog komen. Maar de stemming was, even
als de opgediende spijzen, voortreffelijk en
bovendien kreeg elke deelnemer een sier
lijk vaantje als herinnering aan deze eerste
interfiliale biljartdag. Om acht uur kon
den we weer tegen een stootje (zoals de
heer Tournier geestig opmerkte) en met
verwonderlijke toewijding begonnen spe
lers, arbiters en schrijvers aan de laatste
partijen. De overigen kortten de tijd met
een spelletje driebanden op de matchtafels,
keken naar het spel van de halve-finalisten
of voerden, om een tafeltje gezeten, ge
sprekken. Ook de dames waren nu wel zo
ver, dat er bij de koffie geen gebrek aan
gesprekstof was. Met name willen wij één
dame noemen, omdat zij zich bij het bil
jarten verdienstelijk heeft gemaakt, -me
vrouw Koopmans. Zij heeft enkele partijen
geschreven en toen wij haar na de eerste
vroegen of zij niet liever van dit karwei
ontlast wilde worden, antwoordde zij„O
nee, ik vind het juist erg leuk en ik heb
wat te doen". Wat haar echtgenoot be
treft, deze is, voor zover wij weten de
enige in ons bedrijf geweest, die het zwaar
van de plantaziekte te verduren heeft ge
had tien dagen hoge koorts. Maar hij was
nu weer geheel hersteld en zijn humeur
had, hoewel hij bij het biljarten niet for
tuinlijk was geweest, totaal niet geleden.
Integendeel, mogen wij wel zeggen...
De vermoeidheid ging zich overigens wel
laten gelden bij de laatste partijen. Maar
naarmate de avond vorderde ging ook de
tijd dringen voor de Groningers en Lim
burgers. En hoe het hun en ons ook speet,
2
N