als zij ingeschakeld zijn aan het geheel een doedelzakeffect. Een van deze bourdonsnaren, de trompet, heeft een mobiel kammetje, dat met één punt op het bovenblad rust. Dit veroor zaakt, mits goed gesteld, een ratelend ge luid, dat vooral aan dansmuziek een sterk ritmisch karakter geeft. Drie of vier reso nantiesnaren, die niet kunnen worden aan gestreken, doch alleen meeklinken (ditzelf de effect treffen we bij de viola d'amore aan) completeren het geheel." Dat is hij dus, onze draailier. In sommige streken van Frankrijk wordt hij nog steeds bespeeld ter opluistering van wijn- en folk loristische feesten. Van de oorsprong van de draailier is nog niets bekend. We weten wel, dat hij, gelijk met de toenmalige vedel in de negende eeuw in Europa verschijnt onder de naam organistrum. Mooi zal dit instrument wel niet geklonken hebben en het krijgt pas in de dertiende eeuw bijval, en wel aan de hoven van Portugal en Frankrijk. Nu heet hij opeens chifonie (verbastering van sym fonie) in Italië heet hij lyra tedesca (Duit se lier). In de zestiende en zeventiende eeuw komt ook in ons land de liereman met zijn in strument veel voor. Op sommige schilde rijen van Jan Steen, Adriaan Brouwer en Van Ostade komt de liereman voor, zittend op een krukje voor of in een muziek herberg, een kruik bier naast hem op de grond. De achttiende eeuw is het hoogtepunt in ,,Ik ben nieuw. Wat maken jullie hier?" de geschiedenis van de draailier. Hij komt in hoog aanzien en wordt het mode- instrument van de adel, wordt geaccepteerd aan het hof van Lodewijk XIV en blijkt het lievelingsinstrument te zijn geweest van Maria Lescinska, de eerste vrouw van Lode wijk XV. Het uiterlijk wordt verfraaid, componisten schrijven er muziek voor, tot zelfs concerten. De romance uit de komi sche opera Le Devin du village van J. J. Rousseau is met draailierbegeleiding ge schreven. De opkomst van de piano doet de glans van de draailier tanen en hij wordt weer het speeltuig der armen. Franz Schubert bezingt in een van zijn mooiste liederen de liereman, Der Leiermann, die niemands oor heeft en die van niemand iets krijgt. De draailier is geen kunstinstrument, om dat het geluid mechanisch wordt voort gebracht. Maar het orgel dankt aan de draailier zijn klaviatuur en het clavichord zijn tangenten. En niet te vergeten: onze voorouders hebben er vaak veel plezier bij gehad. Kranen dicht - leven gered Een bierleidingmonteur, Paul Wilkinson, te New York, beleefde kort geleden een avontuur, dat hij niet licht zal vergeten. Bezig met het in orde maken van een compressor in een koelkelder van Pauline's Bar in de eerste Avenue, bemerkte hij dat hij moeilijker ging ademhalen. Bij nader inzien bleek de deur van de kelder gesloten te zijn en deze was alleen van buitenaf te openen. Er was genoeg bier aanwezig om vele dorsten van Paul te lessen, hij kon er wel een bad in nemen, maar zuurstof was er elke minuut minder. Hij strekte zich op de grond uit en over dacht de situatiede eigenaar boven, noch de klanten konden hem horen roepen en hij moest dus iets anders verzinnen om er uit te komen. Toen kreeg hij de inval die hem het leven zou redden: hij draaide alle kranen dicht, zodat de biertoevoer naar de tapkast ophield. Er ontstond natuurlijk grote consternatie in de bar toen de ene bierkraan na de andere geen bier meer leverde, doch slechts wat schuim. De eigenaar, die vergeten was, dat er een monteur in de kelder was, ging op onderzoek uit en ontdekte toen Wil kinson. Boven gekomen kon deze wat her stellen van de emotie en hij heeft onge twijfeld een biertje genomen op de goede afloop. 23

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1960 | | pagina 25