Album voor de Prins
Op paleis Soestdijk hebben de
heren mr. M. Elink Schuur
man en ir. R. van Marwijk Kooy
op 5 augustus, de verjaardag
van prinses Irene, aan Z.K.H.
de Prins der Nederlanden een
album aangeboden. Hierin wa
ren de foto's verzameld van de
officiële opening der Antilliaan
se Brouiverij. Het album was
door de firma Proost en Brandt
fraai gebonden in leer, terwijl
de voorkant geen tekst droeg,
maar was voorzien van een in
eiken fineer uitgevoerde afbeel
ding van een biervat.
Prins Bernhard toonde zich zeer
ingenomen met deze herinne
ring.
Op de foto: de Prins met onze
beide directeuren.
kon men rekenen op zijn weinig zacht
zinnige reacties.
Hoewel hij spiritist was en niet wer
kelijk katholiek, zoals de legende het wil
kwamen zijn overtuigingen niet in het ge
ringst te pas aan zijn opvatting van de
waarheiddie zocht hij uitsluitend in de
ondervinding, die er het bewijs van leverde.
Toen de strijd om het ontstaan uit het
niets ging ontaarden en gelovigen en onge
lovigen zich erin mengden, schreef Pasteur:
„Het gaat hier niet om godsdienst, noch
om filosofie, niet om atheïsme noch om
spiritisme. Ik zou zelfs willen zeggenals
geleerde kan mij dat niets schelen ook.
Het gaat hier om een feit". Pasteur die
alleen vertrouwde op wat zijn ogen in
het oculaire van zijn microscoop zagen,
ontstak in woede toen men om de een of
andere niets terzake doende reden in twijfel
wilde trekken wat hij uit eigen ervaring
had ontdekt en riep, met zijn vuist op de
tafel van de Academie slaand„De weten
schap moet niet ongerust worden over de
filosofische consequenties van haar werk".
Dergelijke scènes kwamen tegen het eind
van 1860 herhaaldelijk voor.
„Er is niet één bewering van u over de
gist, die ook maar voor het geringste op
juistheid kan bogen", schreef hij aan
Pouchet en noemde hem publiekelijk een
onwetende. Pouchet, wit van woede, ant
woordde door Pasteur Paracelsus II te noe
men en een onvergelijkbare kwakzalver en
hij dreigde bloedige maatregelen te nemen
en de hele meute tegenstanders van Pasteur
te mobiliseren.
De spanning verhevigde nog toen Pasteur
de wedstrijd won die de Academie had uit
geschreven „voor of tegen het ontstaan
uit het niets". Pouchet weigerde zijn proe
ven ten overstaan van de Academie te
herhalen.
Maar Pasteur die niet van schipperen wilde
weten als de waarheid op het spel stond,
had de neiging wetenschappelijke oneer
lijkheid te verwarren met oneerlijkheid
zonder meer. Voor hem was iemand die
een proef vervalste tot alles in staat
zelfs tot het bedriegen van zijn vrouw.
En hij viel zijn tegenstanders ten overstaan
van een Academie die hij verstomd deed
staan, even fel aan alsof het gewetenloze
schurken waren.
Laten wij dankbaar zijn voor deze gezonde
heftigheid van honderd jaar geledenzelfs
al is de theorie omtrent het ontstaan uit
het niets veranderd, wij danken aan Pasteur
het eerste inzicht in een ontzaglijk groot
en nieuw terrein, de wereld der microben,
waartegen de medische wetenschap dage
lijks steeds machtiger wapens smeedt.
Voor ons bedrijf is de figuur van Pasteur
eveneens van grote waarde geweest, want
het geheim van de gistende wort en de
houdbaarmaking van flessebier is door hem
ontsluierd.
3