Tï
DE BROMFIETS HAALT IN
Dit kan gerechtvaar
digd zijn, maar geen
gewoonte van maken
In dit geval mag de
bromfietser het
snelverkeer niet
rechts inhalen
[58515
Men mag ander rijdend verkeer alleen aan
de rechterzijde passeren bij het inhalen, als
dit tijdig en op duidelijke wijze te ken
nen geeft, dat het links afslaat, aldus de
A.N.W.B.
Wil dus een bromfietser een voor hem
rijdende auto inhalen, dan moet hij deze,
formeel gesproken, dus links passeren.
In het drukke stadsverkeer wordt tegen
deze regel zeer dikwijls gezondigd, en in
vele gevallen is dat onvermijdelijk. Het
verschil in snelheid tussen de files „snel
verkeer" en „langzaam verkeer" is dikwijls
zo gering, dat een kleine vertraging voor
het snelverkeer maakt dat de bromfietser,
in de „langzaam verkeer" file sneller rijdt
dan de links van hem rijdende auto's. Het
is in een dergelijke situatie zeker niet in
het belang van de verkeersveiligheid dat
de bromfietser gaat passeren.
Het rechts inhalen mag evenwel voor
de bromfietser geen gewoonte worden
hij doet er goed aan te beseffen dat
deze handelwijze formeel niet juist is,
doch alleen onder bepaalde omstandig
heden gerechtvaardigd is.
De ANWB meent hierop met nadruk te
moeten wijzen. Vele bromfietsers blijken
namelijk in de mening te verkeren dat
rechts inhalen altijd geoorloofd is: niets is
echter minder waar
Het kan zelfs gevaarlijk zijn, vooral als de
bestuurder van de ingehaalde auto, om
welke reden dan ook, naar rechts uitwijkt.
Verder wijst de ANWB er nog op, dat,
onafhankelijk van het bovenstaande, een
tram altijd rechts gepasseerd moet worden
door het langzame verkeer. Er zijn ver
schillende situaties denkbaar waar het in
het belang van de verkeersveiligheid beter
is dat bromfietsers de auto's rechts inha
len! Dit neemt niet weg dat de bromfiet
ser zich bewust moet zijn, dat hij daarbij
van de geldende verkeersregels afwijkt, en
dat dus de grootste voorzichtigheid geëist
is.
Oe BZB gaat weer oefenen
Het BZB-oefenseizoen is weer aangebroken
voor de vrijwilligers in ons bedrijf, die pe
riodiek bij elkaar komen om de verworven
kennis en vaardigheden op peil te houden.
De Bedrijfszelfbescherming (BZB) is een
wettelijk voorgeschreven instelling, die in
tijd van oorlog paraat is om bij aanvallen
persoonlijk leed en bedrijfsschade te leni
gen en te beperken. Het behoeft geen be
toog, dat een dergelijke doelstelling veel
enthousiasme eist, want wie wil (en ver
wacht er) oorlog? Maar het is net als met
een ongevallenverzekering of een brandver
zekering niemand verwacht een ongeval te
zullen krijgen of brandschade op te lopen,
maar toch verzekert men zich en betaalt de
premie.
Niettemin is het een aangelegenheid die tijd
en moeite vraagt en het is daarom een
goede gedachte geweest hier iets tegenover
te stellen in de vorm van een ontspannings
avond.
Van oktober tot april zullen maandelijks
drie oefenavonden gehouden worden, steeds
gevolgd door een avond, gewijd aan de
vreugden des levens, zoals een aardige film,
dansen en wedstrijden om Kerst- en Paas-
prijzen.
De oefenavonden omvatten theorie en prak
tijk van het brandblussen, redding, gewon-
denvervoer en -verzorging en duren van
half acht tot tien uur, onder leiding van
de heer G. Struiksma, de instructeur.
18