BEER EN ALE
in op de fabriek vervaardigde potten van pijpaarde, terwijl daar ook de stenen, ijzeren
of houten vormen, veelal in eigen bedrijf werden gemaakt. De houten mallen maakte
men van perehout, dat bij het eerste gebruik schroeide, maar na herhaalde dompeling in
water hard en pikzwart werd. De oren werden later aan de pullen vastgesmolten, terwijl
ik me afvraag of dit met het voetje ook niet het geval geweest zal zijn.
In de Duitse produktie komen enkele soorten grote glazen pullen voor, waarvan de
rechtse pul een afgietsel zou kunnen zijn. Een veel voorkomende versiering bij dit
soort glazen waren de boven elkaar gelegen horizontale glasbanden of rijen van knoppen
of noppen; men noemt ze meestal „Passglaser" (de drinker moest nl. telkens de
hoeveelheid vocht tussen twee ringen gelegen uitdrinken)
Na deze „zwelg" -gewoonten van onze voorouders tot besluit een wijs glaswoord
„Een glaasje na de gratie,
is de les van Bonifacie".
De woorden 'beer' en 'ale' waren in de
achttiende eeuw in zwang en zijn dat
nu nog als soortnamen voor een mout-
drank
In de vijftiende eeuw, en tot in de
zeventiende, werd 'ale' gebruikt als aan
duiding voor de ongehopte gegiste mout-
drank die lange tijd de nationale drank van
de Britse eilanden is geweest. 'Beer' was
de gehopte moutdrank die in de vijftiende
eeuw uit de Lage Landen werd ingevoerd
en dat vooral in de steden zeer populair
was. Omstreeks de achttiende eeuw even
wel was alle moutdrank gehopt en er ont
stond een geruisloze verandering in de be
tekenis van de twee namen. Een tijd lang
waren deze synoniemen, maar plaatselijk
gebruikelijke benamingen hielden het ver
schil in werkelijke betekenis in
stand'beer' was de moutdrank die voor
namelijk in de steden werd gedronken,
'ale' was de naam die algemeen op het
platteland werd gebruikt. Bovendien was
de inhoud van een 'beer barrel' 36 gallons,
die van een 'ale barrel' 32 gallons, het
geen groot verschil maakte toen de be
lasting per 'barrel' werd geheven. In de
achttiende eeuw werd het verschil in
woordbetekenis weer gebaseerd op een
materieel hoewel nu weer een nieuw
verschil. Het woord 'beer' werd verbonden
aan de nieuwe drank in de steden, in het
bijzonder het Londense 'porter' en 'stout',
dat dik was en zwart en enige maanden
werd gelagerdhet verschilde beduidend
met de helderder, licht gekleurde 'ales' van
de provincies, dranken die veel 'jonger'
gedronken werden dan porter.
De tegenstelling bestaat in werkelijkheid
tussen 'stout' of 'porter' en 'ale', meer dan
tussen 'beer en 'ale'.
Uitgaande van dit verschil definieert de
Oxford English Dictionary als volgt: 'ale'
is de naam voor de 'lichter gekleurde
soorten' van moutdrank; 'beer' is nu al
gemeen, zowel 'ale' als 'porter'.
(Uit: The Brewing Industry in England
17001830, door Peter Mathias, Cam
bridge, At the University Press, 1959)
31