OLLAND
Rashond of geen rashond
door E. van Kan
Mij gewerd een opmerking van enkele
dames, dat ik geheel geporteerd zou zijn
voor rashonden en dat ook een niet-rashond
de volle aandacht verdient.
Deze opmerking is te belangrijk om met
een eenvoudig P.S.-je af te doen.
Om de geachte dames echter gerust te
stellen kan ik hun mededelen, dat ik mo
menteel zelf een hond heb die van geen
enkel ras afstamt.
Het is gewoon, zo maar een hond.
Toen mijn dochtertje eens enkele bood
schappen in een warenhuis te Amsterdam
moest doen, kwam zij thuis met een zeer
kleine hond. Kennelijk zes weken oud.
Zij had dit „koopje" maar genomen van
een jongetje, dat voor het bewuste waren
huis dit dier aan de voorbijgangers te koop
aanbood.
Zij had op dat moment „hond" voor haar
geld gekozen. Ik kon het kind natuurlijk
niet teleurstellen en met dit koopje zit ik
nu nog.
Aanvankelijk liet het zich aanzien, dat het
beestje niet te groot zou worden doch nu
hij volwassen is ontpopt hij zich als een
reus met een schandalige eetlust.
Vaak vraag ik mij af van welk ras deze
hond afstamt.
De kleur van zijn vacht is die van koude
thee.
Zijn ene oor staat rechtop en het andere
ligt als een kromme bananenschil over zijn
schedel. Zijn voorhand is zo los dat hij
bijna over zijn voorpoten struikelt. Zou er
bulldoggen bloed in zitten? Allerlei rassen
zijn hier in verwerkt en het is voor een
rechtgeaard fokker bijna niet om aan te
zien.
Misschien stamt hij wel af van een meloen.
Je kunt tegenwoordig nooit weten. Beste
lezer, ik weet het niet meer.
Hij trekt zich echter van zijn duistere af
stamming niets aan en ligt rustig op zijn
gewatteerde hondensofa, afwachtend welke
spijs en drank hem zal worden voorge
schoteld.
Hij geniet kennelijk van het leven, ge
schraagd door de wetenschap dat hij de
lieveling der vrouwen is.
Vaak ook glipt hij de deur uit op zoek
naar een teefje om met haar zijn geslachts
drift te delen. U weet, honden zijn vaak
onbeschaamd als het hierom gaat. Hij komt
dan op een laat nachtelijk uur aanzetten,
ons uit de slaap blaffend en met een wolk
van ongenietbare luchtjes aan het lijf. Zou
hij zich met zijn kornuiten op de plaatse
lijke vismarkt hebben opgehouden?
Ik heb hem ook wel eens aangetroffen op
Kattenburg, zoals bekend een zeer volkrijk
stadsdeel te Amsterdam, waar hij mij
schaamteloos van klant tot klant volgde.
Niettegenstaande dit alles houden wij zeer
van hem, hij is een „iemand" geworden
en gaarne levert hij de tegenwaarde voor
zijn verzorging door het springen door hoe
peltjes en het uit de bus halen van de cou
rant en het opsporen van mijn pantoffels.
Eén keer heeft hij ons echter teleurgesteld.
Toen ik kortgeleden een perceelsgedeelte
aan de Plantage Middenlaan huurde, ver
zekerden mij de toenmalige bewoners, dat
het dak niet lekte en er geen ongedierte
in huis was. Helaas waren beide dingen
niet waarhet dak lekte wel en er waren
ratten. Deze knagers kwamen uit de belen
dende Hollandse Schouwburg die leegstaat
in afwachting van de restauratie, die deze
zal verheffen tot monument ter nagedach
tenis van onze gedeporteerde joodse land
genoten.
Kennelijk werden de ratten, zo groot als
kleine katten, aangelokt door de geuren
van het gebraad uit de keuken, welke geur
zich kennelijk verspreidde in de schouw
burg via een luchtrooster. In onze eerste
schrik dachten wij in het holst van de
nacht, dat er dieven of inbrekers in huis
waren en natuurlijk dachten wij onze toe
vlucht te kunnen nemen tot onze hond. In
Bier proeven op de tentoonstelling Con
cours Agricole te Parijs; links met bril
mr. H. E. R. E. A. Frank, landbouw-
attaché van de Nederlandse ambassade.
23