To venviltjes van Amstel Viltjes horen bij bier, omdat een bierglas altijd nat is. Ontstaan ten einde de drup pels op te vangen, vangt het viltje sinds jaar en dag ook de blik door de reclame die erop is aangebracht. De Amstel Brouwerij, die enige tijd ge leden het puzzelviltje in Nederland intro duceerde, beeft nu ook een z.g. toverviltje. Het is een wat weidse betiteling misschien, maar het moet tenslotte een naam hebben. Het viltje bestaat uit twee op elkaar ge lijmde viltjes; bij een ervan is een rondje uitgespaard en voorzien van een los plastic ruitje, waarop een soort legpuzzel is ge drukt. Ook achter het ruitje is iets der gelijks te zien.. Draait men nu het ruitje dan kan men daarmee de hand met het kwaliteitsgebaar tevoorschijn toveren. Ze zijn dus meer bestemd om mee te „toveren" dan om er een bierglas op te zetten, vandaar dat ze in niet zulke grote hoeveelheden zijn vervaardigd als gewone viltjes. Afrekenen met een lach Dat wordt de horecabezoeker gemakkelijk gemaakt, sinds de Amstel Brouwerij kelner- bloes uitgeeft met moppen van Max Tail leur. Nadat de kelner of barman de reke ning heeft opgemaakt, legt hij het uit gescheurde blocnotevelletje omgekeerd voor de klant neer en deze ziet dan een afbeel ding van Max Tailleur met de woorden: En Max zei„Ken u deze al gevolgd door een mop. De klant leest, lacht en rekent in een best humeur af. Zoals met vele ideeën is het ook met dit: het ligt zo voor de hand. Verbazen doet het ons dan ook, dat de ontvanger der belastingen nog niet iets dergelijks met de aanslag biljetten heeft gedaan. Een ton van de brouwers De gezamenlijke Nederlandse brouwers heb ben het Nederlands Olympisch Comité honderdduizend gulden geschonken. Heel toepasselijk: brouwers hebben veel met tonnen te maken, al noemen we die dan meestal vaten. De voorzitter van het Centraal Brouwerij- kantoor, dr. L. G. Kortenhorst heeft een chèque ter waarde van honderdduizend gul den overhandigd aan de voorzitter van het Nederlands Olympisch Comité, de luite nant-generaal C. F. Pahud de Mortanges. We maken van deze mooie geste nu nog melding omdat de Amstel Brouwerij daar aan een duchtig steentje heeft bijgedragen en als straks de Nederlandse zwemmers en waterpolospelers successen boeken in Rome, mogen wij daar dan dubbel trots op zijn. In zijn dankwoord zei de heer Verhaar dat hij tegen dit ogenblik had opgezien, maar dat hij blij was, dat door dit samenzijn de taak van de vertrouwensman naar voren was gekomen en hij hoopte dat meer be grip voor die taak gekweekt is. Hij bracht dank aan de directie die het hem had mogelijk gemaakt zijn taak in zulk een goede verstandhouding te verrichten en was erkentelijk voor de medewerking op de brouwerij ondervonden. De lovende woorden en de vele geschenken hebben overduidelijk bewezen, dat er erkenning is weggelegd voor de man, die onbaatzuchtig streeft naar rechtvaardige verhoudingen, die met een nuchter oordeel zijn idealen nastreeft, die begrip heeft voor de eisen zowel van bedrijfsleiding als van de werknemers. Aan de vergadertafel zitten van een Ondernemingsraad heeft zeer vaak tot gevolg dat men geïsoleerd komt te staan in zijn arbeidsomgeving. Dit geldt niet alleen voor de man uit werkplaats of kantoor, die blootstaat aan het verwijt, dat hij zich heeft laten bepraten, maar dit is evenzeer geldend voor de directeur die de vergadering voorzit en het directiebeleid moet uiteenzetten en rechtvaardigen, iets wat vaak moeilijk en soms bijzonder on dankbaar is. Door het afscheid van de heer C. Verhaar in verhand met het hereiken van de pen sioengerechtigde leeftijd, is ook zijn werk zaamheid in de redactieraad van Het Spon gat beëindigd. De redactie stelt er prijs op de heer Verhaar dank te zeggen voor hetgeen hij ten behoeve van ons blad heeft gedaan. Zij zal zijn stem in het kapittel node missen. Spoedig zal iemand gevonden zijn die zijn plaats zal innemen en hem zal vervangen. >Df hij de heer Verhaar ook zo spoedig zal\kunnen evenaren is een open vraag. Wij wensen de heer Verhaar nog vele prettige jaren toe. 22

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Amstel - Het Spongat | 1960 | | pagina 24