struikelde en verloor een schoentje.
De Heks bukte zich en greep het
schoentje, want ze wilde er zelf mee
toveren.
Maar Doortje, die zag dat ze haar
schoen kwijt was, zei tegen de Heks:
„Geef mijn Zilveren Schoen terug!"
„O nee," zei de Heks, „nou is het
mijn schoen en niet de jouwe!"
Doortje werd zo kwaad, dat ze een
emmer water oppakte en de Heks
kletsnat gooide. Toen begon de boze
vrouw te jammeren: „O, water, dat
is het einde voor mij
En met grote ogen zag Doortje dat
de Heks begon te krimpen en steeds
kleiner werd totdat ze tenslotte weg
smolt en er niets van haar overbleef.
Gauw pakte Doortje haar schoen
terug en zei tot zichzelf: „Nou ben
ik weer vrij
Gelukkig, de Heks was dood en ze
konden nu weer teruggaan naar de
Groene Stad om Oz te herinneren
aan wat hij had beloofd.
Doortje zette de Gouden Muts op
en riep de Apen, die hen naar het
Paleis van Oz terugbrachten.
In de Troonzaal hoorden zij een vre
selijke stem, het was Oz maar hij
was nergens te bekennen. „Ik ben
onzichtbaar", zei hij plechtig.
Plotseling stootte Toto een scherm
omver en daar stond een klein
beverig mannetje. „Ik ben Oz", sta
melde hij, „ik ben een Opschepper.
Ik ben een buikspreker uit Omaha.
Maar ik wil toch mijn belofte
houden".
Hij gaf de Houthakker een rood
zijden hart en schonk voor de Leeuw
een drank in, waardoor die moedig
werd; in het hoofd van de Vogel
verschrikker goot hij wat hersens.
Hij zei: „Ik heb u nu spiksplinter
nieuwe hersens gegeven en u zult nu
regeren over de Smaragdgroene
Stad".
Oz zei verder dat hij geen Opschep
per meer wilde zijn en liever met
Doortje naar Kansas ging om in een
circus op te treden. Ze hielp hem
een ballon te maken om samen weg
te vliegen. Toen ze zouden vertrek
ken, stapte Oz het eerst in de bal
lon, maar plotseling raakte die los
en steeg omhoog zonder Doortje
die geen kans meer zag om er ook
in te stappen.
Oz was weg, voorgoed weg. Doortje
ging naar haar vrienden in de troon
zaal en vroeg zich af wat ze moest
doen.
Juist kwam de groene soldaat binnen
en die had een idee: „Ga naar Glin-
da, de Goede Fee van het Zuiden",
zei hij, „zij zal je best willen helpen
om naar huis te komen".
En daar gingen ze dan maar weer,
nu naar het Land van het Zuiden.
Ze maakten natuurlijk weer van alles
mee: mensen die van Chinees porse
lein waren gemaakt; de vreemde
troep Hamerkoppen, mannen zonder
armen en die hun nek zo lang kon
den maken als ze wilden en dan met
hun hoofd iedereen ondersteboven
stootten als bokken.
Maar eindelijk bereikten zij het Kas
teel. De mooie Glinda, die op een
troon van robijnen zat, vertelde dat
de Toverschoenen Doortje overal
heen konden brengen. Ze sloeg toen
drie keer de hakken van de schoe
nen tegen elkaar en zei: „Breng me
naar tante Emmie!"
En warempel, daar zweefde Door
tje door de lucht en landde na een
tijdje op het gras. Ze keek om zich
heen en, ja hoor, ze was thuis. Met
Toto.
Maar de Zilveren Toverschoenen
was ze kwijt en die kwamen nooit
meer terug.
13