De pers
malige Scadta-eiland, kan men de brouwerij
al op enige afstand zien.
Op de brouwerij, waar de laatste voorberei
dingen werden getroffen voor de officiële
opening door de Prins, zag ik dadelijk
een paar bekende gezichten, nl. die van
de heren Haggenmacher, Boudier en
Brugman. Met de heer Haggenmacher heb
ik toen de diverse afdelingen bekeken. Bij
het zien van het prachtige bedrijf kan
men haast niet geloven, dat dit alles in
minder dan een jaar tot stand werd ge
bracht. Allen zijn het er dan ook over
eens, dat hier op Curasao een enorme
prestatie is geleverd, die vrijwel zonder
precedent is.
Met de heer Miedema heb ik daarna een
tocht gemaakt over de vlakte van Hato
ten noordwesten van Willemstad, een vol
komen dor en slechts met metershoge cac
tussen begroeid stuk land langs de kust,
waar de auto nu eens grote wolken rood
bruin stof deed opwaaien en dan weer
enorme massa's modder deed opspatten. In
de middag heb ik met enige kennissen nog
een tocht gemaakt naar enkele mooie
baaien, waar men wel weken zou willen
blijven.
Vrijdagmorgen ontving ik in mijn hotel
bezoek van resp. een journalist en een
journaliste van La Prensa en Beurs- en
Nieuwsberichten, twee plaatselijke dag
bladen. Zij kwamen een praatje en een
foto maken voor een artikel en zoals u
zult begrijpen, heb ik het verhaal van deze
droomreis toen nog eens in geuren en kleu
ren moeten vertellen. Dit was het derde
artikel over mijn bezoek, want vóór mijn
aankomst waren hierover ook al twee ar
tikeltjes door de pers opgenomen. U zult
mij wel willen vergeven, dat ik hierop een
beetje trots ben. De pers op Curasao heeft
aan de opening van de brouwerij enorm
veel aandacht besteed en de grote dag
bladen hebben ter gelegenheid hiervan zelfs
een speciale krant uitgegeven, waarvan de
inhoud er geen twijfel over liet bestaan
hoe zeer men op Curasao met de eigen
brouwerij is ingenomen.
Na 's morgens, druk foto's makend, nog
wat door Willemstad te hebben rondge
zworven, heb ik 's middags met mijn ken
nissen weer een fantastische tocht gemaakt,
ditmaal oostelijk van Willemstad, o.a. naar
de Caracasbaai met de bunkerhaven voor
de grote tankers, die buitengaats moeten
blijven, en Nieuwpoort, waar zich een
fosfaatmijnbedrijf bevindt. Via Fort Nas
sau, een door de eerste kolonisten ge
bouwde vesting ter bescherming van de
Annabaai, vanwaar men een prachtig uit
zicht heeft over Willemstad en de grote
olieraffinaderij, zijn wij teruggekeerd naar
Willemstad.
De grote dag
Toen brak zaterdag 23 januari aan, de
dag, die het middelpunt en doel van mijn
reis was. Na in de morgenuren in gezel
schap van een neef het ter gelegenheid van
het bezoek van Prins Bernhard feestelijk
versierde Willemstad nog wat verder te
hebben verkend, ben ik 's middags om ca.
drie uur samen met de heer Miedema en
de directeur van de Surinaamse Brouwerij
N.V., de heer A. Dumoleyn, weer naar de
brouwerij gegaan voor de officiële opening.
Het terrein vóór de brouwerij bood door
een groot aantal vlaggen een feestelijke
aanblik, evenals het bottelarijgebouw, dat
was versierd met een enorme schat van
bloemen. In de bottelarij stond het vaten-
vulapparaat opgesteld, waarmede door het
vullen van het eerste vat Prins Bernhard
de brouwerij officieel zou inwijden.
Nadat het grote aantal genodigden een
plaats had gevonden in de bottelarij ar
riveerde tegen half vijf de Prins, die
kort daarvoor de eerste steen had gelegd
voor een nieuwe verffabriek op het eiland.
(Droom)reisvaardig op de trap van het
vliegtuig.
2