Ci&r
J"'-'
-of*?
Antilliaanse Brouwerij in vogelvlucht
Staande op een heuvel nam de heer Niël, die enige tijd was uitgezonden naar
de West deze foto van het zusje" op Curasao. Rechts van het hoge gebouw
waarin zich maalderij en brouwhuis bevinden, het machinehuislinks het kan
toorgebouw en geheel links de bottelarij. De Rijkseenheidboulevard verbindt
het voormalige Scadta-eiland met het vasteland.
zegt een jongen tegen me, dat hij in Hol
land is geweest. Ik vraagwanneer dan
Nu net, zegt hij, want ik ben even in de
gistkelder geweest
Ja ,die koele gistkelder was een gewaar
wording voor die aan hitte gewende
mannen.
Hoe ging het met de taal?
Eerst hebben we steeds tegen iedereen
Nederlands gesproken, vertelt Westerhof,
maar tegen het eind konden we ons aardig
redden met Papiamento (mengtaal van
Nederlands, Spaans en negertalen). Met
sommige vaktermen hadden we weieens
last, d.w.z. niet wij, maar zij. Ik vroeg
een keer om een bikhamer en ik kreeg een
paneelthermometer; voor een waterpas
kreeg ik een emmer water met een stuk
hout. Natuurlijk gebeurt je dat maar één
keer
Behalve Cura^aoënaars werken er veel Por
tugezen en Surinamers. De aannemers, de
heren Tassan, vader en twee zonen, zijn
Italianen, maar reeds meer dan vijfen
twintig jaar op het eiland. Hun activiteit
wordt hoog geroemd.
Veel lof oogstte ook de heer J. A. J.
Sprock, de Amstel-agent, wiens zoon de
directie zal voeren van de Antilliaanse
Brouwerij. Hij bezit groot gezag op Cu
rasao en dat hebben onze mensen tot hun
genoegen ervaren.
Na de werktijd lag er een vrije avond
voor hen; die avonden zijn voorbijgegaan
zonder dat ze zich een ogenblik hebben
verveeld. Vraagt men de „repatrianten"
wat zij gedaan hebben, dan blijkt dat er
niet veel te doen was. Er worden films
vertoond in het Engels en Spaans („in de
openluchtbioscoop draven de kinderen
langs je heen, 't lijkt wel een speeltuin").
Je kan een biertje drinken in de stad, een
voetbalwedstrijd gaan zien („na twintig
minuten spelen was het al vechten ge
blazen"), een bokswedstrijd („waar bijna
niet gebokst werd door het vele lijf-aan-
lijf-werk"). 's Zondags gingen ze zwem
men met onderwaterapparatuur, dan
konden ze de vervaarlijke vissen tenminste
zien aankomen en uit de weg gaan.
Zeven maanden in den vreemde, aan de
andere kant van de aardbol, werken aan
een nieuwe brouwerij, heen en terug per
vliegtuig. Geen wonder dat ze veel te
vertellen hadden. Het opvallendste feit?
Het is „triest" voor broeders en EHBO'ers,
maar in die zeven maanden is er zonder
ongelukken gewerkt. Wij geloven dat dit
de beste staving is van hun mededeling,
dat zij met zoveel plezier gewerkt hebben.
En het was verblijdend te vernemen, dat
het Amstel bier steeds meer in trek was,
dank zij de publiciteit die gepaard ging
met de bouw van de Antilliaanse Brou
werij