I
10 december 1959 de eerste fles
De allereerste Antilliaanse Amstel fles! Deze volzin schreef drs. Miedema ach
terop de foto, die hij in Curaqao maakte en waarvan wij hierbij een afdruk
plaatsen. Op dit spannende moment waren aanwezig de heren (v.r.n.l.)
Obbes, Boudier, Falkenhagen (in zeer gebukte houding) Haggenmacher en
Soleana; uiterst rechts het hoofd van Shery.
Beveren. Deze laatste heeft meer dan één
ontwerp voor een brouwerij op zijn teken
tafel gehad en de vervaardiging van de
gedetailleerde tekeningen is op sublieme
wijze verricht. De heer Van Veen (wegens
ziekte verhinderd deze middag) die een
mooi succes boekte door een regeling te
treffen met de KNSM voor de verscheping
van grondstoffen en materialen; de heer
Kroes, die hard moest werken om de be
stellingen op tijd te laten komen; mejuf
frouw Clydesdale, die de correspondentie
voerde en als resultaat van haar werken
op een dossier van vijf a zes klappers kan
wijzen. De heer Van Rijn, die zeer goed
heeft gewerkt, zodat de montage vlot en
goed tot stand kwam; de heren Westerhof,
Herblot en Selling van de montageploeg
die zeven maanden op Curasao hebben ge
zeten en die een zo groot werk zo goed
hebben uitgevoerd; mejuffrouw Bosker, die
een belangrijke rol speelde in sociaal op
zicht, door contact met de gezinnen van de
uitgezondenen te houden.
De heren Obbes en Falkenhagen op dat
moment op thuisreis werden evenmin
vergeten, 's Morgens kreeg men een tele
gram uit Willemstad, waarin wegens ziek
te om assistentie werd gevraagd en reeds
de avond van diezelfde dag was de heer
Falkenhagen op weg naar Curasao.
Woorden van lof vielen ook de architect,
de heer Fresco, en de aannemer, de heren
Tassan sr. en jr. ten deel. In deze mannen
heeft de Amstel Brouwerij uitstekende
medewerkers gevonden, wier aandeel in de
bouw van grote betekenis is geweest.
De Prins opent
Brouwerijen bouwen is geen routinekarwei
voor onze mensen, het is een uitzondering
als zoiets gebeurt en het is daarom van
bijzondere betekenis dat op zo unieke wijze
een samenbundeling van intellect en krach
ten tot stand is gekomen. Het is daarom
te begrijpen, dat de directie zocht naar een
middel om haar dankbaarheid jegens deze
medewerkers uit te drukken. Tot de directie
op de gedachte kwam één van hen, als hun
vertegenwoordiger, uit te zenden om nu
eens met eigen ogen het werk hunner hoof
den en handen te kunnen zien. Dat zou
dan moeten zijn gedurende de officiële ope
ning welke door Z.K.H. de Prins der Ne
derlanden verricht zal worden op 2} jan-
nuari 1960, waarbij deze vertegenwoordi-
8